In deze zaak gaat het om een hoger beroep van AMF Asbestsanering B.V. tegen Loonbedrijf Berg B.V. over de betaling van facturen voor asbestsaneringswerkzaamheden. AMF heeft werkzaamheden verricht op drie locaties en heeft hiervoor facturen gestuurd aan Berg, die slechts gedeeltelijk heeft betaald. AMF heeft conservatoir beslag gelegd op roerende zaken van Berg wegens onbetaalde facturen. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vorderingen van AMF afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. AMF heeft in hoger beroep vernietiging van dit vonnis gevorderd en toewijzing van haar vorderingen.
Het hof heeft de feiten uit het eerdere vonnis overgenomen en beoordeeld of Berg het door AMF in rekening gebrachte loon in redelijkheid verschuldigd is. Het hof oordeelt dat AMF voldoende verantwoording heeft afgelegd voor de werkzaamheden en dat Berg de facturen onvoldoende heeft betwist. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van AMF toe, inclusief de kosten van beslaglegging en restitutie van proceskosten. Het hof legt ook de wettelijke rente op vanaf de data van de facturen en de datum van restitutie van proceskosten. Berg wordt veroordeeld in de kosten van beide instanties.