Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
- de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde feit veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van voorarrest;
- de vordering van [benadeelde partij] toegewezen tot een bedrag van € 5.055,94 vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in het overige deel van de vordering;
- het in beslag genomen mes verbeurd verklaard;
- de teruggave gelast van meerdere in beslag genomen voorwerpen aan verdachte en aan de rechthebbenden.
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 14 februari 2020 te [plaats] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij] opzettelijk van het leven te beroven, die [benadeelde partij] met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen, althans eenmaal, in de rug en/of in het (boven)been en/of in de hand, althans het lichaam, heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 14 februari 2020 te [plaats] , althans in Nederland, aan [benadeelde partij] , een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) een klaplong en/of een steekwond en/of een snijwond en/of letsel waarvoor meerdere hechtingen nodig waren om de wond te dichten en/of een blijvend litteken op de rug en/of het (boven)been, heeft toegebracht door voornoemde [benadeelde partij] opzettelijk meermalen, althans eenmaal, met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in de rug en/of in het (boven)been en/of in de hand, in elk geval in het lichaam, te steken en/of te snijden;
hij op of omstreeks 14 februari 2020 te [plaats] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde partij] , een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [benadeelde partij] meermalen, althans eenmaal, met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp, in de rug en/of in het (boven)been en/of in de hand, althans het lichaam, heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Bewijsmiddelen
opgemaakte proces-verbaal van aangifte, onder meer het volgende verklaard:
als getuige gehoorden heeft onder meer het volgende
proces-verbaal):
proces-verhaal van bevindingen, schrijft verbalisant [verbalisant] onder meer:
proces-verbaal van bevindingenschrijft verbalisant [verbalisant] onder meer:
geneeskundige verklaring over [benadeelde partij]onder meer geschreven:
het hof begrijpt: borstkas) & been;
het hof begrijpt: klaplong);
Vrijspraak van het onder primair en subsidiair tenlastegelegde
Bij de beantwoording van de vraag of zeker letsel als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt, is van belang of het oordeel van de rechter iets inhoudt over de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en/of het uitzicht op (volledig) herstel. [10]
Overwegingen ten aanzien van het meer subsidiair tenlastegelegde
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 5055,94,- toegewezen dient te worden, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
270 (tweehonderdzeventig) dagen.
234 (tweehonderdvierendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 10.055,94 (tienduizend vijfenvijftig euro en vierennegentig cent) bestaande uit € 55,94 (vijfenvijftig euro en vierennegentig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€600,00 (zeshonderd euro).