In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, draait het om een geschil over achterstallige pachtsommen, de beëindiging van een pachtovereenkomst en de aanwijzing van een noodweg. De vorderingen zijn ingesteld door de erenotaris namens de erven van de erflaatster tegen de pachter, die in deze procedure als appellant optreedt. De erenotaris baseert zijn bevoegdheid om de erven te vertegenwoordigen op door hen gegeven volmachten. Echter, de pachter betwist deze bevoegdheid, aangezien er in het dossier enkel een verklaring van de erenotaris aanwezig is waarin hij zijn rol als gevolmachtigde bevestigt. Het hof oordeelt dat de erenotaris zijn bevoegdheid moet aantonen, gezien de betwisting door de pachter.
Het procesverloop tot nu toe omvat een tussenarrest van 13 april 2021, waarin het hof het procesverloop tot dat moment heeft beschreven en een zitting heeft aangekondigd. Tijdens de zitting op 15 juli 2021 heeft de advocaat van de erenotaris bevestigd dat er geen incidenteel hoger beroep is ingesteld. Het hof heeft vervolgens arrest bepaald.
De zaak heeft een internationaal karakter, aangezien alle betrokken partijen in België wonen. De Nederlandse rechter is bevoegd om van de zaak kennis te nemen op basis van artikel 22 lid 1 van de Brussel I-verordening. De erenotaris stelt dat hij de gevolmachtigde is van 126 erfgenamen, met uitzondering van de pachter. De pachter betwist deze vertegenwoordiging en stelt dat de boedelnotaris in België de juiste vertegenwoordiger is. Het hof concludeert dat de erenotaris moet aantonen dat hij bevoegd is om alle erfgenamen te vertegenwoordigen, voordat verdere beslissingen worden genomen. Het hof draagt de erenotaris op om bij akte nader te onderbouwen dat hij de gevolmachtigde is van alle erfgenamen, met uitzondering van de pachter, en bepaalt dat de pachter op deze akte mag reageren.