In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw. De man had in eerste aanleg verzocht om te verklaren dat zijn alimentatieverplichting per 1 april 2018 was geëindigd, omdat de vrouw samenwoonde met een ander, [naam1], als waren zij gehuwd in de zin van artikel 1:160 BW. Het hof heeft de vrouw toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen dit voorshands oordeel. De vrouw heeft diverse bewijsstukken en getuigenverklaringen overgelegd, maar het hof oordeelt dat deze niet voldoende zijn om het voorshands oordeel van de man te weerleggen. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw en [naam1] vanaf 1 april 2018 samenwoonden en dat de vrouw niet heeft voldaan aan haar verplichting om de man te informeren over deze situatie. Hierdoor is de alimentatieverplichting van de man per 1 april 2018 geëindigd, en is de vrouw verplicht om de onterecht ontvangen alimentatie terug te betalen. Daarnaast heeft het hof de kosten van het ingeschakelde recherchebureau toegewezen, maar gematigd tot € 10.000,-. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.