5.6Tussen partijen is op zich niet in geschil dat de schuifpui enige gebreken vertoont (het doorbuigen van de boven-en onderdorpel) waardoor deze moeilijker open en dicht gaat. Op grond van de rapporten van Baart-DOET en SKG-IKOB acht het hof aannemelijk dat dit doorbuigen alleen een gevolg is van loslatend metselwerk, met name van het loslaten van de rollaag van de borstwering. Baart-DOET zegt daarover:
Kozijn:
Eisen aangaande plaatsen kunststofkozijn: BRLO709 2003 Montage van kunststofgevelelementen.
Een kozijn hoort geheel druk- en trekspanningsvrij in een gevelopening bevestigd te zijn.
De huidige situatie zal de druk- en trekspanning die nu al hoog is steeds iets groter worden, dat is uiteraard ongewenst. Ook zal er gekeken moeten worden of het kozijn aan de onderzijde op een juiste en voldoende wijze wordt ondersteund.Afwatering metselwerk bij bovendorpeldetail is niet juist uitgevoerd, het is geheel dicht door rubberprofiel en kitwerk. Water dat achter het metselwerk raakt (bij langdurige regen of in combinatie met harde wind en regen) moet ten allen tijde bij bovendorpel weer naar buiten. De bestaande schuifpui heeft de onderdorpel van het kozijn een stevige torsie
Bij herstel is het zeer de vraag of dit in de goede positie terugkeerd. Voldoende ondersteuning aan gehele onderdorpel is noodzakelijk,
Metselwerk:
Eisen NEN 6790 HO Technische grondslagen voor bouwconstructies. TGB 1990 Steenconstructies Basiseisen en bepalingsmethoden.
Een gevelopening dat een vrijdragend opening gegarandeerd stand houd is in bouwkunde al eeuwen gangbaar. Een lateiconstructie dat de sruk (hof: druk
?) en trekkrachten opvangt kan op meerdere manieren gerealiseerd worden. Een rollaag hoort bevestigd aan de borstwering en vrij van de bovendorpel van het kozijn te blijven. In deze case is de rollaag los van de borstwering, dit heeft dus geen dragende functie en kan met deze overspanning nimmer voldoen.
Oplossingen:
Oplossingen zijn er voldoende, elke oplossing heeft zijn werkwijze en zijn andere kosten en kennis vaardigheden mee gemoeid, hiervoor kunt onder andere ook bij mij separaat advies voor vragen’
Het rapport van SKG-IKOB merkt daarover op:
‘Middels het spannen van een dun touwtje ter plaatse van de bovendorpel is vastgesteld dat deze bovendorpel 10 millimeter doorbuigt door de belasting van het bovenliggende metselwerk.Tevens is waargenomen dat het metselwerk aan de buitenzijde scheuren vertoond in de lintvoegen wat duidt op verzakking’.
(…)
Waarneming:
‘Door het niet volledig ondersteunen tordeert de onderdorpel onder invloed van het gewicht van het element en eventuele druk van het metselwerk wat aan de bovenzijde op het element rust’
(…)
Samenvattend kan op grond van bovenstaande waarnemingen het volgende worden geconcludeerd;
De wijze waarop de schuifpui is gemonteerd voldoet op een aantal punten niet aan het afgesproken
beoordelingskader.
Met betrekking tot de specifieke vraagstelling zoals omschreven in paragraaf 2.2 kan het volgende worden geconcludeerd;
1. De kunststof schuifpui is ondeugdelijk gemonteerd.
2. De gebreken zijn in bovenstaande rapportage opgesomd in hoofdstuk 3.
3. De kunststof schuifpui wordt op dit moment onvoldoende ondersteund. Het is ons inziens met
redelijke zekerheid vast te stellen dat deze in het verleden ook niet ondersteund is geweest. Dit
gezien de plaats van de loodslabbe en de aangetroffen rollaag onder de schuifpui.
4. Met de huidige ondersteuning van de kunststof schuifpui kan deze kunststof puinietgaan hangen aan de constructie aan de bovenzijde. Er is niet een dusdanige vaste verbinding tussen de boven- en de onderdorpel (anders dan de zijstijlen) die daartoe zou kunnen leiden.
5. Zoals in eerdere paragrafen van dit rapport reeds aangegeven is niet aan alle richtlijnen van de VKG voldaan. Met betrekking tot de overspanning kan worden gesteld dat het wijselijk was geweest om een stalen hoeklijn te plaatsen teneinde aan VKG-eis 4.8.2 m.b.t. Sterkte te voldoen. Hoewel nu niet meer is vast te stellen wat de conditie van het metselwerk en de rollaag was ten tijde van de montage van deze schuifpui kan wel worden gesteld dat de bestaande rollaag slechts ¾ steen hoog is en derhalve niet geschikt om zelfstandig deze overspanning te dragen’.