Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Samenvatting
3.De vaststaande feiten
“Door snel verslechterende marktomstandigheden ziet Doorwin -o.l.v. haar nieuwe CEO- zich genoodzaakt de organisatie versneld en harder te reorganiseren, waarbij -indien mogelijk- van het momentum gebruik wordt gemaakt. Het gevolg is een zeer forse daling van het EBITDA niveau en substantiële reorganisatiekosten. (…) Rabo en ABN AMRO maken zich zorgen maar hebben vertrouwen dat het MT samen met de aandeelhouders de stappen zullen nemen welke nodig zijn om Doorwin succesvol door deze zware periode te loodsen. Hierbij is het gezien de zwaar tegenvallende performance en de daaruit voortvloeiende zekere breaches van de covenants evident dat de aandeelhouders zich substantieel sterk zullen moeten maken. Uitgangspunt is hierbij een structuur op te tuigen die Doorwin een passende headroom geeft en waar alle partijen aan bijdragen. (…)”
“Afgelopen vrijdag gesproken met AA en Rabo inzake Doorwin. Zie samenvatting gesprek hieronder. Banken niet in paniek maar willen wel toezegging van aandeelhouders (moeten zich ‘substantieel financieel sterk maken’) alvorens naar KC (kredietcommissie, hof) te gaan. (…)"
“Komende weken gaan we werken aan asset based financiering ofwel: overname financiering AA/Rabo op basis van factoring van voorraden, debiteuren en mva door Fortis.
Dit heeft het voordeel dat we verlost zijn van aflossingen en ratio’s. Financiering groeit mee met omzet. Middels factoring kunnen we ca. Eur 50-60m ophalen. Er is dan nog additioneel Eur 30m rek.crt. van Fortis nodig die de aandeelhouders voor Eur 20m kunnen garanderen (komt ipv huidige bankgarantie aan AA/Rabo).
Guarantees and Security
Daarmee kom ik bij het 2e deel van je mail.. Het pref. kapitaal is natuurlijk geen borg of zekerheid (…). Voor de aanvullende borgtocht van Eur 10m (rek.crt.) en Eur 6m (vermogensinst.houding) moet dus wel degelijk een pro rata parte borgtocht komen. [naam1] stelt voor 75/25 (…).
De Eur 10m werkkapitaalfaciliteit zal in principe nooit volledig worden getrokken, bedoeling is dat er altijd bepaalde ruimte t.o.v. de limiet zal zijn. Daarnaast zijn er seizoenspatronen waardoor de rek.crt. zal fluctueren. Berekend is dat er bij piek in het seizoen nog steeds een ruimte zal zijn van Eur 3-4m. Indien in de toekomst onverhoopt mocht blijken dat Doorwin op een faillissement afstevent (…), dan zal het werkkapitaal (deb, crediteuren, voorraden) zo gemanaged worden dat rek.crt. limiet terugloopt naar nul. Vervolgens zal bank in gezamenlijk overleg deze faciliteit (dagelijks opzegbaar) intrekken zodat we hier geen exposure hebben. Gelukkig heb ik hier geen praktische ervaring mee, de scenario’s ken ik natuurlijk wel.”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Bij de beantwoording van de vraag of de rechter in een geval van interregionale aard rechtsmacht toekomt, moet zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij de bevoegdheidsbepalingen die voor hem gelden op het terrein van het internationaal privaatrecht. [1] In dit geval kan overeenkomstige toepassing worden gegeven aan artikel 4 van de Herschikte EEX-Verordening (Brussel I-bis Vo) [2] , dat als hoofdregel geeft dat zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat worden opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat. Nu [geïntimeerde] in Nederland woont, is de rechter in Nederland dus bevoegd. Wat het toepasselijke recht betreft is niet in geschil dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door het Nederlandse recht, zodat ook het hof daarvan uitgaat.
Zij betoogt dat [geïntimeerde] aansprakelijk is omdat hij als bestuurder van Viaverde heeft bewerkstelligd of toegelaten dat zij haar mededelingsplicht schond en hem daarvan een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt, aangezien hij op de hoogte was van de werkelijke stand van zaken en hij de enige natuurlijke persoon was die namens Viaverde kon spreken.
- [geïntimeerde] was op de hoogte van de maatregelen die begin 2009 waren genomen naar aanleiding van de dalende omzetten en bedrijfsresultaten van de Doorwin-groep. Als indirect aandeelhouder stond hij op afstand, maar via financiële rapportages en gesprekken werd hij wel geïnformeerd over de ontwikkelingen. Uit zijn bericht van 23 maart 2009 blijkt verder dat hij wist dat het niet was gelukt Doorwin weer sterk te maken en te verkopen, zoals bij de komst van [naam4] de bedoeling was, en dat dit gezien de marktomstandigheden de volgende jaren ook niet was te verwachten.
- De berichten van 20 april 2009 lieten zien dat de financierende banken (ABN AMRO en Rabobank) zich zorgen maakten vanwege de snel verslechterende marktomstandigheden, maar vertrouwen hadden dat Doorwin door deze zware periode kon worden geloodst, waarbij de aandeelhouders zich wel ‘substantieel sterk zouden moeten maken’. In de periode daarna is met deze banken onderhandeld over de voorwaarden voor een voortzetting van de financiering en zijn tegelijkertijd gesprekken gevoerd met Fortis over een alternatief.