Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant]
[appellante],
Joanknecht & Van Zelst B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep na verwijzing
Skype for Business.
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep na verwijzing
“ [naam2] ”, de adviseur (accountant) van de verkoper van het eerste bedrijfspand dat [appellanten] heeft gekocht ( [adres] te [plaats1] ). Daarin heeft [naam1] onder meer geschreven:
naar aanleiding voorstel [naam2]
in een vennootschap is fiscaal minder gewenst, beter is in privé
Huurder DAG heeft bij de aankoop de huur tot en met 31 december 2008 afgekocht door betaling van (circa) € 510.000 aan de verkoper/verhuurder. Dit had tot gevolg dat [appellanten] c.s. minder behoefden te lenen voor de aankoop waar zij de facto drie jaar huur vooruitbetaald hebben gekregen waarover zij geen box 1 heffing hoefden te betalen, maar waarmee zij wel een hoge aftrekpost opbouwden die zij nog jaren in box 1 konden verrekenen met eventuele opbrengsten. Deze gekozen structurering sloot precies aan bij de mogelijkheid om nog lange tijd belasting in box 1 te besparen, aldus Joanknecht.
“indirecte schade”en in artikel 5 lid 4 op beperking van haar aansprakelijkheid tot een bedrag gelijk aan het honorarium dat zij ter zake aan opdrachtgever in rekening heeft gebracht. [appellanten] c.s. hebben echter deze bedingen vernietigd op in artikel 6:233, aanhef en onder b. BW opgenomen grond dat Joanknecht aan hen niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Die vernietiging heeft Joanknecht niet bestreden, zodat de desbetreffende algemene voorwaarden niet van toepassing zijn en het daarop gebaseerde verweer dus alleen daarom al moet worden verworpen.
4.De slotsom
5.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen in de maanden september tot en met december 2021 zullen opgeven op de
roldatum 24 augustus 2021, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;