Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
het Waterschap,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft een landbouwer het Waterschap Hunze en AA’s aansprakelijk gesteld voor schade aan zijn aardappeloogst, die verrot is geraakt door onvoldoende waterafvoer op zijn landbouwperceel. De kantonrechter heeft de vordering van de landbouwer in eerste aanleg afgewezen, omdat de landbouwer niet voldoende had aangetoond dat er tijdens de aardappelteelt in 2017 sprake was van een verstopping in de watergangen. De landbouwer heeft in hoger beroep zijn vordering beperkt tot een schadevergoeding van € 6.791,69 voor gewasschade en bijkomende kosten. Het hof heeft de feiten opnieuw beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de landbouwer ook in hoger beroep onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en de landbouwer in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de landbouwer om zijn stellingen te onderbouwen en de rol van het Waterschap in het onderhoud van watergangen.