Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 24 mei 2013, te [plaats1] ,
hij in of omstreeks de avond/nacht van 23 op 24 mei 2013, te [plaats1] ,
hij op of omstreeks 24 mei 2013 te [plaats1]
hij op of omstreeks 24 mei 2013 te [plaats1]
Bewijsmiddelen
- AAFS4891NL #01 en #02: bemonsteringen van kabelbinder: zeer onvolledig DNA-profiel [verdachte]
- AAFS4892 #01 en #02: bemonsteringen van kabelbinder: geen DNA-profiel verkregen
- AAFS4893 #01: bemonsteringen van kabelbinder: DNA-profiel van een man, [verdachte] / matchkans kleiner dan een op een miljard.
- AAFS4894 #01 en #02: bemonsteringen van kabelbinder: zeer onvolledig DNA-profiel [verdachte] .
Overweging met betrekking tot het bewijs
het hof begrijpt: de balie) en de blauwe stoel, twee witte tiewraps (kabelbinders) gevonden. Ook op het werkblad van de bar, op het uiteinde en op de vloer voor de bar heeft de politie twee witte tiewraps gevonden. Op die plek in de sportschool zijn verder geen andere tiewraps aangetroffen. Op die plek heeft ook geen brand gewoed. De politie heeft aldus op de plek die verdachte heeft aangewezen als de plek waar hij de tiewraps heeft afgedaan, ook daadwerkelijk tiewraps aangetroffen, alsmede in de directe nabijheid van deze plek. Die tiewraps voldoen ook aan de beschrijving die verdachte daarvan heeft gegeven: het ging om twee of drie witte tiewraps aan elkaar. Op die tiewraps is ook DNA van verdachte aangetroffen. Het kan niet anders dan dat dat de tiewraps betreffen waarmee verdachte claimt gebonden te zijn geweest. Uit onderzoek van het NFI is vervolgens gebleken dat die tiewraps nooit als een gesloten lus aan elkaar hebben gezeten en dat het dus onmogelijk is dat verdachte hiermee is vastgebonden geweest en het derhalve niet noodzakelijk was om deze tiewraps door te snijden dan wel los te trappen.
Bewezenverklaring
hij op 24 mei 2013 te [plaats1] opzettelijk brand heeft gesticht in een pand (sportschool) aan de [adres1] , hebbende verdachte toen aldaar opzettelijk vuur in aanraking gebracht met brand bevorderende vloeistoffen, te weten motorbenzine en een combinatie van motorbenzine en een aardoliedestillaat van subklasse kerosine of gasolie, ten gevolge waarvan het interieur van dat pand en dat pand gedeeltelijk zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor het interieur van dat pand en dat pand te duchten was;
hij op 24 mei 2013 te [plaats1] een wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Smith & Wesson, model 2213 Sportsman, kaliber .22 LR), en munitie van categorie III, te weten een Randvuur kogelpatroon (merk Remington, kaliber .22 LR), voorhanden heeft gehad;
hij op 24 mei 2013 te [plaats1] aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van de hoofagenten [verbalisant1] en/of [verbalisant2] opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van poging tot moord dan wel poging tot doodslag op hem en van brandstichting in zijn sportschool.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: