Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- de woning aan de [adres1] in [woonplaats2] aan de vrouw toegedeeld tegen een waarde van € 317.500,-;
- de man veroordeeld om op eerste verzoek van de passerende notaris medewerking te verlenen aan het op naam stellen van de gemeenschappelijke woning op naam van de vrouw en zijn onverdeelde aandeel in de woning aan de vrouw over te dragen;
- bepaald dat indien de man zijn medewerking niet verleent deze beschikking in plaats treedt van de wilsverklaring van de man;
- de (wijze van) afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden en de (wijze van) verdeling van de eenvoudige gemeenschap vastgesteld, zoals is omschreven onder rechtsoverweging 2.13 tot en met 2.64;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
- de wijze van afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden en de verdeling van de eenvoudige gemeenschappen vast te stellen zoals in randnummer 3 van het aanvullend verzoekschrift in eerste aanleg is opgenomen;
- de man te veroordelen om de helft van het saldo per 31 juli 2017 op de bankrekeningen van de man aan de vrouw te voldoen;
- de gezamenlijke bankrekeningen van partijen aan de vrouw toe te delen onder de voorwaarde dat de vrouw de helft van het saldo per 31 juli 2017 aan de man moet vergoeden;
- de vrouw te veroordelen om de helft van het saldo per 31 juli 2017 op de bankrekening van de vrouw aan de man te voldoen;
- de man te veroordelen om voor de toedeling van de kampeerbus aan hem een bedrag van € 16.051,62 dan wel € 13.000,- aan de vrouw te betalen en te bepalen dat de vrouw voor de toedeling van de Mercedes A170 aan haar een bedrag van € 987,50 aan de man moet voldoen;
- de man te veroordelen om € 27.270,50 aan de vrouw te vergoeden, zijnde de helft van de belastingclaim voor de fiscale oudedagsreserve;
- te bepalen dat het voorhuwelijks opgebouwde ouderdomspensioen verevend dan wel verrekend moet worden al dan niet door te rekenen met een afwijkend vereveningspercentage;
- de verdeling van de inboedelgoederen vast te stellen zoals door de vrouw is voorgesteld in productie 32 en de man te veroordelen om in dat kader een bedrag van € 14.529,- aan de vrouw te voldoen en de man te veroordelen tot afgifte van de aan de vrouw toebedeelde inboedelgoederen onder verbeurte van een dwangsom;
- te bepalen dat de beschikking in plaats treedt van alle handelingen die namens de man moeten worden gedaan om tot een afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden en verdeling van de eenvoudige gemeenschappen te komen.
5.De motivering van de beslissing
6.De beslissing
- bepaalt dat de datum van de taxaties door de makelaar zal worden vastgesteld;
- bepaalt dat beide partijen in persoon of vertegenwoordigd aanwezig mogen zijn bij de taxaties, maar dat de taxaties ook doorgang vinden als een van partijen niet aanwezig of vertegenwoordigd is;
- bepaalt dat de kosten van de uit te voeren taxaties ten laste komen van partijen gezamenlijk, ieder voor de helft;
- bepaalt dat partijen binnen vier weken na de datum van deze beschikking de door de makelaar/taxateur opgemaakte taxatierapportages zullen toezenden aan de griffie van het hof, eventueel voorzien van hun opmerkingen over de uitgevoerde taxaties en waardebepalingen;