ECLI:NL:GHARL:2021:5654

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
9 juni 2021
Zaaknummer
200.275.080
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de aankoop van een tweedehands auto en de gevolgen van dwaling

In deze zaak heeft Bavelaar Advocaten op 27 september 2017 een tweedehands Mercedes-Benz E klasse met AMG-pakket gekocht van Autobedrijf Bado v.o.f. voor een bedrag van € 40.000. Na de aankoop bleek dat de auto geen trekhaak had, wat essentieel was voor het beoogde gebruik door [B], die een paardentrailer wilde trekken. Bavelaar Advocaten heeft de koopovereenkomst ontbonden en terugbetaling van de koopprijs geëist, maar de rechtbank Gelderland heeft deze vordering afgewezen. In hoger beroep heeft Bavelaar Advocaten zich beroepen op non-conformiteit en dwaling. Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake was van non-conformiteit, omdat Bavelaar Advocaten als ervaren koper had moeten weten dat de auto niet zonder meer geschikt was voor het trekken van een aanhanger. Het hof oordeelde dat de mededelingen van de verkoper niet voldoende concreet waren om een beroep op non-conformiteit te rechtvaardigen. Daarnaast werd het beroep op dwaling afgewezen, omdat niet vaststond dat er een verkeerde voorstelling van zaken was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Bavelaar Advocaten in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.275.080
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen NL19.12161)
arrest van 1 juni 2021
in de zaak van
de maatschap
Bavelaar & Bavelaar Advocaten Rechtsanwälte,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Bavelaar Advocaten,
advocaat: mr. P. Bavelaar LLM.,
tegen:

1.de vennootschap onder firmaAutobedrijf Bado v.o.f.,

gevestigd te Ammerzoden,
hierna: Bado v.o.f.
2.
[geïntimeerde2],
wonende te [A] ,
hierna: [geïntimeerde2] ,
3.
[geïntimeerde3],
wonende te [A] ,
hierna: [geïntimeerde3] ,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: verweerders,
geïntimeerden sub 1, 2 en 3 hierna tezamen: Bado c.s.,
advocaat: mr. O.N.J. Maatje.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 18 augustus 2020 hier over. In dat arrest is een mondelinge behandeling bepaald die op 9 maart 2021 heeft plaatsgevonden. Partijen hebben op de zitting het woord gevoerd, beiden aan de hand van spreekaantekeningen. Van de zitting is een proces-verbaal gemaakt (waaraan de door Bavelaar Advocaten en Bado c.s. voorgedragen spreekaantekeningen gehecht zijn). Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Bavelaar Advocaten heeft op 27 september 2017 van Bavo v.o.f. een tweedehands Mercedes-Benz E klasse met AMG-pakket uit 2014 (hierna: de auto) gekocht. De koopprijs bedroeg € 40.000, waarvan € 38.000 per bankrekening is overgemaakt, en € 2.000 is voldaan door inruil van de oude Mercedes-Benz (ook uitgerust met AMG-pakket) van Bavelaar Advocaten. Bavelaar Advocaten heeft de auto gekocht voor zowel zakelijk gebruik als privégebruik door [B] (hierna: [B] ). [B] beoefent de ruitersport en het privégebruik zag er onder andere op dat hij met de auto een paardentrailer voor twee springpaarden wilde kunnen trekken.
2.2.
Op het moment van verkoop zat er geen trekhaak onder de auto en dat was bekend bij Bavelaar Advocaten. Toen Bavelaar Advocaten na de aankoop een trekhaak wilde laten installeren, bleek dat de typetoelating van de auto op dit moment niet toelaat dat daar een trekhaak onder wordt geplaatst en/of een aanhanger mee wordt getrokken. Daarop heeft Bavelaar Advocaten de koopovereenkomst ten aanzien van de auto bij aangetekende brief ontbonden per 26 oktober 2017 en Bado c.s. gesommeerd het bedrag van € 38.000 terug te betalen en de oude auto terug te leveren, dit tegen gelijktijdige terug levering door Bavelaar Advocaten aan Bado c.s. van de auto. Bado c.s. heeft aan die sommatie geen gehoor gegeven. Hierna is er tussen (de advocaten van) partijen contact geweest per e-mail en telefoon, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid.
2.3.
Bavelaar Advocaten is vervolgens in mei 2019 een procedure bij de rechtbank gestart waar zij, na vermeerdering van eis, veroordeling van Bado c.s. heeft gevorderd tot terugbetaling van de koopprijs van de auto van € 40.000, vermeerderd met rente en de proceskosten. Zij heeft haar vorderingen in eerste aanleg gebaseerd op de stelling dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt omdat daarmee geen aanhanger zou mogen worden getrokken. De rechtbank Gelderland (zittingsplaats Zutphen) heeft de vorderingen van Bavelaar Advocaten afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten.
2.4.
Bavelaar Advocaten heeft in hoger beroep de gronden van haar vordering aangevuld: voor het geval het hof van oordeel zou zijn dat er geen sprake is geweest van non-conformiteit heeft zij in haar memorie van grieven de koopovereenkomst vernietigd op grond van dwaling. Zij heeft haar eis gewijzigd en subsidiair een verklaring voor recht gevorderd dat zij de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft vernietigd met veroordeling van Bado c.s. tot terugbetaling van de koopprijs van € 40.000, vermeerderd met rente en proceskosten. Het hof is van mening dat het hoger beroep niet slaagt en licht dat hieronder toe.

3.De motivering van de beslissing in hoger beroep

Non-conformiteit
3.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de auto aan de overeenkomst beantwoordt, in juridische termen, of er sprake is van non-conformiteit. Tijdens de zitting is aandacht besteed aan het onderscheid tussen enerzijds de – technische – mogelijkheid alsnog een trekhaak onder de auto te monteren en anderzijds de – administratieve – noodzaak om de auto in verband met de typetoelating na montage te laten keuren door de RDW. Partijen zijn het erover eens dat montage van de trekhaak mogelijk is maar dat keuring door en toestemming van de RDW nodig is om met de auto een aanhanger te mogen trekken. De gestelde non-conformiteit ziet dan ook op het feit dat een verdere administratieve handeling, te weten keuring door en toestemming van RDW, nodig zou zijn om met de auto een aanhanger te mogen trekken.
3.2.
Het hof stelt bij zijn beoordeling voorop dat sprake is van non-conformiteit als de gekochte zaak, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Een koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Welke eigenschappen dat in een specifiek geval zijn, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval.
3.3.
Bavelaar Advocaten heeft in de procedure gesteld dat hij vóór het aangaan van de koop met [geïntimeerde2] heeft gesproken over het feit dat hij de paardensport beoefende en heeft gevraagd naar de mogelijkheid een trekhaak te monteren. [geïntimeerde2] zou volgens [B] toen aangegeven hebben dat hij zelf geen trekhaak kon plaatsen, omdat hij geen werkplaats had, maar dat dat voor een firma als trekhaak.nl geen enkel punt is. Bavelaar Advocaten stelt dat zij op basis van deze opmerking mocht verwachten dat er een trekhaak onder de auto geplaatst kon worden en ook dat daarmee, zonder dat keuring door en toestemming van RDW nodig zou zijn, een aanhanger zou mogen worden getrokken. [geïntimeerde2] ontkent dat er over de trekhaak en de paardensport is gesproken, en meent dat er alleen is gesproken over de inruilauto en het feit dat [B] luchtvering wilde omdat hij vaak naar Duitsland reed.
3.4.
Het hof is van oordeel dat Bavelaar Advocaten, ook als de door Bavelaar Advocaten gestelde maar door [geïntimeerde2] betwiste mededelingen zouden zijn gedaan, geen beroep toekomt op non-conformiteit en overweegt daartoe als volgt. Zoals aangegeven, moeten bij de beoordeling van de vraag of een zaak wel of niet aan de overeenkomst beantwoordt alle omstandigheden van het geval worden betrokken. In dit geval is van belang dat Bavelaar Advocaten een bedrijfsmatig handelende koper is die jarenlange ervaring heeft met het kopen en berijden van auto’s die geschikt zijn om een paardentrailer te trekken. Zij was er ook mee bekend dat een paardentrailer met twee paarden maar met een beperkt type auto’s mag worden getrokken. Bado v.o.f. daarentegen is weliswaar een professionele verkoper van gebruikte auto’s, maar geen officiële dealer van het merk Mercedes-Benz. Daarbij komt dat het gestelde gebrek aan de auto, te weten het feit dat op grond van administratieve toelatingseisen daar niet of niet zonder meer een aanhanger mee getrokken zou mogen worden, niet de veiligheid van de auto en/of de mogelijkheid om daarmee veilig aan het verkeer deel te nemen raakt.
3.5.
In het licht van deze omstandigheden, is het hof van oordeel dat Bavelaar Advocaten niet zonder meer op de mededelingen van [geïntimeerde2] , zo deze gedaan zouden zijn, had mogen bouwen en zelf verdere navraag had moeten doen voordat zij de koop aanging. Weliswaar geldt dat het nalaten van eigen onderzoek in het algemeen niet aan de koper zal kunnen worden tegengeworpen door een verkoper die op het bewuste punt een inlichting heeft verschaft, maar van zo’n situatie is hier geen sprake. De mededelingen van [geïntimeerde2] over de trekhaak, zo deze gedaan zouden zijn, hadden namelijk een algemeen karakter, zagen op de technische mogelijkheid een trekhaak te monteren en bevatten geen concrete inlichting of garantie dat er zonder verdere administratieve handeling, zoals een keuring door en toestemming van RDW, een aanhanger met de auto getrokken zou mogen worden. Gelet op het belang dat Bavelaar Advocaten hechtte aan de mogelijkheid om met de auto een paardentrailer te kunnen trekken, de mate van zijn deskundigheid en de relatieve eenvoud waarmee hij, onder andere in zijn brede netwerk van autohandelaren, nadere inlichtingen had kunnen inwinnen, was nader onderzoek, voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst, redelijkerwijs van Bavelaar Advocaten te vergen. Ook bij een eerdere koop is Bavelaar Advocaten expliciet overeengekomen dat de trekhaak vóór de levering zou worden geïnstalleerd. Nu Bavelaar Advocaten in dit geval geen verdere navraag heeft gedaan of anderszins op dit punt (contractuele) waarborgen voor haarzelf heeft ingebouwd, komt het gestelde gebrek voor haar rekening en risico. Gelet op het voorgaande doet het beroep van Bavelaar Advocaten op omkering van de bewijslast ten aanzien van de gedane mededelingen niet ter zake, en het hof zal daar dan ook verder niet op ingaan.
3.6.
Het nalaten van eigen onderzoek zal in het algemeen niet aan de koper kunnen worden tegengeworpen door een verkoper die een op hem rustende mededelingsplicht heeft geschonden. Bavelaar Advocaten stelt dat Bado c.s. als professionele partij op de hoogte had moeten zijn van het feit dat de typetoelating het niet toeliet om met de auto een aanhanger te trekken en er in dat opzicht inderdaad een mededelingsplicht op Bado c.s. rustte. Zij legt daartoe ook twee verklaringen over van autohandelaren waaruit zou volgen dat het in de autobranche gebruikelijk is om een koper te informeren als de typetoelating het niet toelaat daarmee een aanhanger te trekken. Het hof volgt Bavelaar Advocaten hierin niet. Van Bado c.s. kon niet verwacht worden dat zij hier zelf nader onderzoek naar zou doen. Gelet op jurisprudentie van de Hoge Raad geldt als uitgangspunt dat een verplichting tot ‘preventief’ inlichten niet te snel dient te worden aangenomen, en in beginsel alleen zal gelden als de betreffende partij zelf van de juiste stand van zaken op de hoogte was. [1] Van wetenschap bij Bado c.s. op dit punt is in dit geval niet gebleken. Dat de auto kenmerken heeft die haar geschikt zouden maken voor het transport van een zware aanhanger, zoals een sterke dieselmotor, vierwielaandrijving en luchtvering, maakt dit niet anders. Gelet hierop is het hof van oordeel dat Bado c.s. geen mededelingsplicht heeft geschonden. Dat wetenschap van dit onderwerp desalniettemin zo gebruikelijk is in de autobranche dat Bado c.s. geacht moeten worden daarvan kennis te hebben gehad, heeft Bavelaar Advocaten door de twee verklaringen over te leggen onvoldoende toegelicht.
3.7.
Nog afgezien van het voorgaande, is het hof van oordeel dat Bavelaar Advocaten ook onvoldoende heeft gesteld om tot toewijzing van haar vordering over te kunnen gaan. Dat laat zich als volgt motiveren.
3.8.
Een gesteld gebrek dient niet eenvoudig te herstellen te zijn dan wel van voldoende betekenis te zijn, wil zij het oordeel non-conformiteit kunnen dragen. Bavelaar Advocaten heeft onvoldoende gesteld ten aanzien van de ernst van het gestelde gebrek, zowel waar het betreft de kosten van een keuring door de RDW als ten aanzien van de mate van waarschijnlijkheid dat de RDW de noodzakelijke goedkeuring niet zou geven.
3.9.
Met betrekking tot de kosten geldt dat, mocht de RDW bij de keuring toestemming geven, de herstelkosten van het gestelde gebrek zich zouden beperken tot de kosten van die keuring nu tussen partijen niet ter discussie staat dat de kosten voor het plaatsen van de trekhaak zelf voor rekening van Bavelaar Advocaten zouden komen. De kosten van de keuring zijn daarom van belang: als deze keuringskosten, in het licht van de koopprijs van € 40.000, betrekkelijk laag zouden uitvallen kan er geen sprake zijn van non-conformiteit. Bavelaar Advocaten heeft ter zitting verklaard dat zij verwacht op basis van contacten met andere autohandelaren dat die kosten aanzienlijk zijn en kunnen oplopen tot € 10.000, terwijl Bado c.s. ter zitting een bedrag van € 550 heeft genoemd naar aanleiding van contact met de RDW. Naar algemene ervaringsfeiten zou men verwachten dat de kosten van een keuring door de RDW in de orde van grootte van het door Bado c.s. genoemde bedrag liggen. Als de kosten van de keuring inderdaad rond € 550 liggen, zou dat een uitgave zijn, waarmee Bavelaar Advocaten rekening had moeten houden bij de realisering van haar wens een trekhaak te monteren onder haar auto en zou er geen sprake zijn van non-conformiteit. Het door Bavelaar Advocaten genoemde bedrag van rond € 10.000 aan keuringskosten is onverwacht hoog. Het had op de weg van Bavelaar Advocaten gelegen die kosten nader uit te werken.
3.10.
Datzelfde geldt voor de mate van waarschijnlijkheid dat de keuring door de RDW negatief uit zou vallen. Immers, als de keuring positief uit zou vallen, zou er met de auto een aanhanger getrokken mogen worden en zou er geen sprake zijn van een gebrek. Bavelaar Advocaten heeft zelf bij herhaling en met nadruk gesteld dat er auto’s van het merk Mercedes-Benz E-Klasse met AMG-pakket rondrijden mét een trekhaak, ook uit het bouwjaar van de door Bavelaar Advocaten gekochte Mercedes (2014): vlak voor de mondelinge behandeling in hoger beroep leverde de website gaspedaal.nl vier treffers op. Deze auto’s zijn naar de mening van Bavelaar Advocaten vergelijkbaar met de auto. Aangezien er kennelijk vergelijkbare auto’s rondrijden met trekhaken waarmee wel een aanhanger getrokken mag worden, mocht van Bavelaar Advocaten verwacht worden dat zij haar stelling dat de keuring negatief zou kunnen uitvallen, nader had uitgewerkt en meer concreet had aangegeven waarom de RDW in dit geval geen goedkeuring zou verlenen. Het had met name voor de hand gelegen dat Bavelaar Advocaten de correspondentie met de RDW, waaruit zou volgen dat het definitief verboden is met de auto een aanhanger te trekken en waarnaar zij verwijst in haar brief van 26 oktober 2017, had overgelegd.
3.11.
Nu Bavelaar Advocaten deze beide punten niet nader heeft onderbouwd en daarmee onvoldoende heeft toegelicht dat het gestelde gebrek niet eenvoudig te herstellen is dan wel van voldoende betekenis is, wijst het hof haar vordering ook om die reden af.
3.12.
Conclusie van bovenstaande is dan ook dat Bavelaar Advocaten geen beroep toekomt op non-conformiteit.
Dwaling
3.13.
Ten aanzien van het beroep op dwaling stelt het hof voorop dat een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten, vernietigbaar is als: a) de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, of c) de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling is uitgegaan (wederzijdse dwaling).
3.14.
Ter onderbouwing van haar beroep op dwaling heeft Bavelaar Advocaten in de eerste plaats gesteld dat Bado c.s. haar heeft aangeraden een trekhaak te laten plaatsen bij trekhaak.nl (sub a). Voor het geval het hof van oordeel zou zijn dat [geïntimeerde2] niet naar een trekhaak is gevraagd, [geïntimeerde2] geen mededeling heeft gedaan en er ook niets over hoefde te zeggen, doet Bavelaar Advocaten verder een beroep op wederzijdse dwaling (sub c). Bado c.s. heeft betwist dat er sprake zou zijn geweest van dwaling.
3.15.
Het beroep op dwaling is niet toewijsbaar. Naast het feit dat uit hetgeen hierboven in r.o. 3.4 tot en met 3.6 is overwogen, al voortvloeit dat het beroep op dwaling niet opgaat, geldt ook nog dat voor een geslaagd beroep op dwaling onder meer vereist is dat een juiste voorstelling van zaken heeft ontbroken. Nu in deze zaak niet vast staat of er na een keuring door de RDW daadwerkelijk geen aanhanger met de auto mag worden getrokken, kan van een verkeerde voorstelling van zaken en daarmee van dwaling geen sprake zijn.
3.16.
Feiten of omstandigheden die een ander oordeel rechtvaardigen zijn gesteld noch gebleken. Daarom gaat het hof voorbij aan het algemene bewijsaanbod van Bavelaar Advocaten.

4.De slotsom

4.1.
De grieven falen en het hof zal het bestreden vonnis van de Rechtbank Gelderland (zittingsplaats Zutphen) van 19 december 2019 (zoals verbeterd bij vonnis van 23 januari 2020) bekrachtigen.
4.2.
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof Bavelaar Advocaten in de kosten van het hoger beroep veroordelen. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Bado c.s. zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht € 2.071
totaal verschotten €
2.071
- salaris advocaat € 4.062 (2 punten x appèltarief IV)

5.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Gelderland (zittingsplaats Zutphen) van 19 december 2019 (zoals verbeterd bij vonnis van 23 januari 2020);
veroordeelt Bavelaar Advocaten in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Bado c.s. vastgesteld op € 2.071 voor verschotten en op € 4.062 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J. de Vries, S.C.P. Giesen en D.W.J.M. Kemperink, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2021.

Voetnoten

1.HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3424 (Inbev/Van der Valk).