Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
(zaaknummer rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, 263344)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Overijssel, die op 21 april 2021 het faillissementsverzoek van appellante, een veehouderij, had afgewezen. Appellante verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en Wopereis Vredeveld B.V. in staat van faillissement te verklaren. Het hof heeft vastgesteld dat er summierlijk sprake is van een vorderingsrecht van appellante, die een opeisbare vordering van € 303.414,91 heeft op Wopereis, voortvloeiend uit een eerder vonnis van de rechtbank. Het hof heeft ook geconstateerd dat Wopereis aanzienlijke schulden heeft, waaronder belastingschulden en een grote rekening-courantschuld aan een groepsmaatschappij, en dat de liquiditeitspositie van Wopereis onvoldoende is om aan haar kortlopende schulden te voldoen. Het hof oordeelde dat Wopereis verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen, zoals bedoeld in de Faillissementswet. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en Wopereis Vredeveld B.V. in staat van faillissement verklaard, met benoeming van een curator en rechter-commissaris.