Uitspraak
,
de bewindvoerder,
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de bewindvoerder van een budgethouder en een zorgverlener over de terugvordering van een persoonsgebonden budget (PGB). Op 15 augustus 2015 heeft het Zorgkantoor een beschikking afgegeven waarin werd vastgesteld dat de budgethouder, [B], een bedrag van € 15.085,92 moest terugbetalen omdat dit bedrag niet verantwoord was. De bewindvoerder, [de bewindvoerder], vordert schadevergoeding van de zorgverlener, [geïntimeerde], omdat deze tekort zou zijn geschoten in haar verplichtingen om zorg te verlenen en een deugdelijke financiële verantwoording af te leggen.
De rechtbank heeft de vorderingen van de bewindvoerder afgewezen, waarna de bewindvoerder in hoger beroep is gegaan. Tijdens de procedure heeft de bewindvoerder haar vordering verminderd tot € 5.681,80, plus proceskosten en wettelijke rente. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] niet als een goed opdrachtnemer heeft gehandeld, omdat zij niet de benodigde informatie en gegevens heeft verstrekt die [B] nodig had om aan het Zorgkantoor verantwoording af te leggen.
Het hof oordeelt dat de bewindvoerder niet te laat heeft geklaagd en dat de schade die [B] heeft geleden, het gevolg is van het tekortschieten van [geïntimeerde]. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van de bewindvoerder toe, waarbij [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten.