ECLI:NL:GHARL:2021:5302
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en voogdij in het belang van de kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag en de voogdij van ouders over hun minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland, waarin het gezamenlijk gezag was beëindigd en het gezag over de kinderen aan de vader was toegewezen. De rechtbank had geoordeeld dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders, gezien de voortdurende strijd en het gebrek aan constructieve communicatie tussen hen. De moeder verzocht om herstel van het gezamenlijk gezag en uitbreiding van de omgangsregeling met de kinderen, terwijl de vader verweer voerde en de bestreden beschikking wilde laten bekrachtigen.
Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de kinderen al lange tijd onder toezicht stonden van de gecertificeerde instelling en dat er veel wantrouwen en conflicten tussen de ouders waren. Het hof oordeelde dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk was dat de vader alleen het gezag uitoefende, om zo rust en duidelijkheid te creëren. De omgangsregeling werd niet uitgebreid, omdat het hof van mening was dat dit op dat moment niet in het belang van de kinderen was. Het verzoek van de moeder om een deskundige te benoemen voor onderzoek naar ouderverstoting werd afgewezen, omdat het hof vond dat dit te belastend zou zijn voor de kinderen. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de rechtbank en compenseerde de proceskosten.