Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de vennootschap onder firma VOF A.R.K. Auto's,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde3],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing van de rechtbank
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“De overdrachtsbelasting die op 31 oktober betaald zal worden zal aan verkoper verhuurder terugbetaald worden”. Uit de stellingen van partijen blijkt dat zij hiermee hebben bedoeld dat [appellant] de overdrachtsbelasting die zij in 2014 bij de aankoop heeft betaald, van ARK terug zou ontvangen als ARK de panden zou kopen. In de tweede huurovereenkomst hebben partijen hierover bepaald dat “
De overdrachtsbelasting die op 9 oktober 2014 betaald is door koper zal aan verkoper/verhuurder terugbetaald worden”. De hiervoor bedoelde 36 maandentermijn zou op 9 oktober 2017 verlopen.
"aan te kopen"in de koopoptie hebben bedoeld
“te verwerven/leveren”onderbouwd, door te verwijzen naar de onder 2.4bedoelde e-mail van 21 oktober 2014, die hij naar de makelaar heeft verzonden. Hierin meldt [appellant] dat de huurovereenkomst op 1 november 2016 stopt en dat ARK de panden uiterlijk moet afnemen. Zonder verdere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom dit het standpunt van [appellant] zou ondersteunen, nu immers in de tweede huurovereenkomst niet de term
“afnemen”is gebruikt, maar de term
“aankopen”.Niet valt in te zien waarom met het gebruik van de term “aankopen” tevens zou zijn bedoeld dat er dan ook al zou moeten zijn afgenomen en dus de levering zou moeten hebben plaatsgevonden. Die termen hebben in het normale spraakgebruik verschillende betekenissen.
"aan te kopen"werd bedoeld dat de panden uiterlijk 31 augustus 2017 moesten worden geleverd en wat partijen over en weer van elkaar mochten verwachten. Dit had wel op zijn weg gelegen, gezien het onder 4.5 en 4.6 overwogene. Daar komt bij dat [appellant] in de correspondentie met ARK er ook nooit op heeft gewezen dat de overdracht uiterlijk 31 augustus 2017 zou moeten plaatsvinden. Als [appellant] toen inderdaad van mening was dat de overdracht uiterlijk 31 augustus 2017 moest plaatsvinden, had het op de weg van [appellant] gelegen om in de discussie rondom de koopoptie ARK hierop te wijzen. [appellant] heeft hier ook geen verklaring voor gegeven.
“Een koopoptie is - in de meest zuivere vorm - een onherroepelijk aanbod tot verkoop van de verhuurder en huurder doet bij het inroepen ervan (lees: aanvaarding) een koopovereenkomst stand komen. In het geval van een koopoptie behoeft de huurder in beginsel alleen maar aan te geven dat hij gebruik maakt van de koopoptie om de koop tot stand te brengen.”Ook hieruit kan niet anders worden afgeleid dan dat ARK uiterlijk 31 augustus 2017 slechts hoefde aan te geven dat hij de panden wilde aankopen. De conclusie is dan ook dat onder de term
“aan te kopen”en
“aankopen”moet worden verstaan dat er slechts een koopovereenkomst tot stand hoeft te komen. De grieven 2 en 4 worden daarom verworpen.
Ik heb de huur van febr maart april en mei overgemaakt 33000 euro het restant bedrag komt bij de aankoop van de [a-straat] 18/20”en
“De aankoop van 18/20 word half privé en half zakelijk aangekocht (…) ik verwacht het rond eind september of begin oktober rond te hebben”. Hieruit blijkt dat ARK de wens had de beide panden te kopen. Ook blijkt hieruit dat zij daarvoor nog het een en ander moest regelen op financieel gebied. De vraag is of dit laatste als een voorbehoud moet worden beschouwd, zoals [appellant] heeft aangevoerd in grief 6, waarbij dan heeft te gelden dat ARK op dat moment niet in de positie was om voorbehouden te maken. Als er dus sprake is geweest van een voorbehoud, is de optie niet tijdig onvoorwaardelijk ingeroepen en is [appellant] daaraan niet gebonden geraakt (vgl. artikel 6:225 BW), aldus [appellant] .
5.De slotsom
€ 2.148,00(2 punten x tarief II á € 1.074,00)