ECLI:NL:GHARL:2021:471

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 januari 2021
Publicatiedatum
19 januari 2021
Zaaknummer
200.271.814
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake afwikkeling energieleveringsovereenkomst en toegang tot verbruiksadres

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep van Eteck Warmte Manhattan B.V. tegen twee geïntimeerden die niet verschenen. De zaak draait om de afwikkeling van een energieleveringsovereenkomst en de toegang tot het verbruiksadres voor het afsluiten van stadsverwarming en het opnemen van meterstanden. Eteck had eerder een tussenarrest van 4 augustus 2020 ontvangen, waarin het hof de zaak naar de rol verwees om Eteck in staat te stellen de gewijzigde vorderingen aan de geïntimeerden kenbaar te maken. De geïntimeerden hebben echter niet gereageerd op de oproep om voort te procederen.

Het hof oordeelt dat Eteck op basis van artikel 3:299 BW gemachtigd kan worden om de noodzakelijke werkzaamheden aan het verbruiksadres uit te voeren, aangezien de geïntimeerden geen medewerking verlenen. De vorderingen van Eteck zijn als volgt: 1) machtiging om werkzaamheden te verrichten aan het verbruiksadres, en 2) een veroordeling tot gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van het verbruiksadres. Het hof stelt vast dat de geïntimeerden op grond van hun algemene voorwaarden verplicht zijn om Eteck toegang te verlenen voor deze werkzaamheden.

De slotsom is dat de grief in hoger beroep slaagt, het verstekvonnis van de kantonrechter wordt vernietigd, en de nieuwe vorderingen van Eteck worden toegewezen. De geïntimeerden worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.271.814
(zaaknummer kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, 7994242)
arrest van 19 januari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Eteck Warmte Manhattan B.V.,
gevestigd te Waddinxveen,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Eteck,
advocaat: mr. P.M. Jongeling,
tegen:

1.[geïntimeerde1] en

2
[geïntimeerde2],
beiden wonende te [A] ,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna: [geïntimeerden] c.s.,
niet verschenen.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 4 augustus 2020 hier over. Daarbij heeft het hof de zaak naar de rol van 15 september 2020 verwezen opdat Eteck [geïntimeerden] c.s. tegen die roldatum opriep bij exploot waarin Eteck de veranderingen van eis alsnog aan hen kenbaar zou maken.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- het betreffende exploot van 7 september 2020 van Eteck aan [geïntimeerden] c.s.
1.3
Vervolgens heeft Eteck het exploot in aanvulling op de andere stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof opnieuw arrest bepaald.

2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep

2.1
Deze zaak gaat over de afwikkeling van een energieleveringsovereenkomst. Eteck heeft bij het exploot van 7 september 2020 aan [geïntimeerden] c.s. het tussenarrest van 4 augustus 2020 en een afschrift van de memorie van grieven met producties (waaronder haar algemene voorwaarden) en aldus de wijziging van haar vorderingen betekend en [geïntimeerden] c.s. opgeroepen daarop voort te procederen. [geïntimeerden] c.s. hebben dat niet gedaan. De nieuwe vorderingen 4a. en 4b. zijn nu correct aan [geïntimeerden] c.s. betekend, zodat het hof daarop in hoger beroep zal beslissen. Zoals in het tussenarrest van 4 augustus 2020 vermeld, luiden deze nieuwe vorderingen als volgt:
4a. Eteck overeenkomstig artikel 3:299 BW te machtigen om zelf datgene te bewerken waartoe [geïntimeerden] c.s. zijn gehouden, doch niet hebben voldaan, bestaande uit het Eteck in staat stellen werkzaamheden te verrichten aan het verbruiksadres, bestaande uit het afsluiten van het verbruiksadres van stadsverwarming en/of warm tapwater en het opnemen van de meterstanden en hiertoe toegang te verschaffen tot de aansluitingen;
4b. [geïntimeerden] c.s., overeenkomstig het bepaalde in artikel 558 Rv, te veroordelen tot de gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van het verbruiksadres teneinde Eteck in staat te stellen de werkzaamheden te verrichten waarvoor op grond van artikel 3:299 BW machtiging wordt gevorderd en welke werkzaamheden (bedoeld zal zijn:) [geïntimeerden] c.s. aldus dienen te gedogen.
2.2
Wat betreft deze vorderingen staat tussen partijen als onweersproken het volgende vast. De warmteaansluiting bevindt zich in de woning van [geïntimeerden] c.s. [geïntimeerden] c.s. verlenen geen medewerking aan Eteck om de woning te betreden. [geïntimeerden] c.s. beletten Eteck aldus om tot afsluiting van de warmteaansluiting over te gaan. De levering van stadsverwarming of warm tapwater kan niet buitenshuis afgesloten worden. De levering dient dan beëindigd te worden door de meter (die zich binnenshuis bevindt) te blokkeren. [geïntimeerden] c.s. hebben zich blijkens artikel 6 van de algemene voorwaarden verbonden Eteck toegang tot het perceel te verschaffen indien Eteck werkzaamheden dient uit te voeren. Dit artikel 6 luidt:
"Artikel 6 Rechten met betrekking tot het Perceel
6.1.
De Contractant zal zowel voor zichzelf als ten behoeve van derden in, aan, op, onder of boven het Perceel gelegde leidingen, tot stand gebrachte Aansluitingen, gemaakte aftakkingen op reeds bestaande Aansluitingen en geplaatste Afleversets voor warmte en Meetinrichtingen blijvend gedogen en met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, lid 1 en artikel 19 van deze algemene leveringsvoorwaarden toestaan dat deze leidingen, Aansluitingen, aftakkingen, Afleversets voor warmte en Meetinrichtingen in stand worden gehouden, uitgebreid, gewijzigd, vervangen, verplaatst of weggenomen. De ten gevolge
van deze werkzaamheden door of vanwege de Leverancier aan het Perceel toegebrachte schade zal door of vanwege de Leverancier worden hersteld dan wel worden vergoed."
2.3
Het hof stelt voorop dat de civiele rechter op grond van artikelen 2 en 3 van de Algemene wet op het binnentreden niet bevoegd is om een machtiging te verstrekken tot het binnentreden van een woning (en dus ook niet om het onderbreken van de leverantie, het verzegelen van de meter of het opnemen van de meterstand te bewerkstelligen). Dat vordert Eteck ook niet. [geïntimeerden] c.s. zijn wel op grond van artikel 6.1 van de algemene voorwaarden verplicht de energieleverancier toe te staan wijzigingen aan te brengen. Een machtiging in de zin van artikel 3:299 BW is dan ook op haar plaats indien [geïntimeerden] c.s. hun medewerking niet verlenen om Eteck in staat te stellen werkzaamheden te verrichten aan het verbruiksadres, bestaande uit het afsluiten van het verbruiksadres van stadsverwarming en/of warm tapwater en het, dan tegelijkertijd, opnemen van de meterstanden. De nieuwe vordering 4a. is dan ook op basis van artikel 3:299 BW toewijsbaar.
2.4
Wil Eteck de afsluitwerkzaamheden kunnen verrichten, dan moeten [geïntimeerden] c.s. de ruimte(s) in het pand waar de warmteaansluiting zich bevindt tijdelijk en gedeeltelijk verlaten en zaken die in de weg staan uit die ruimte(s) verwijderen, zodat de warmteaansluiting vrij toegankelijk is voor Eteck en zij niet gedwarsboomd wordt bij de uitvoering van deze werkzaamheden. De nieuwe vordering 4b. is dus op grond van artikel 558 Rv eveneens voor toewijzing vatbaar.

3.De slotsom

3,1 De (enige) grief in hoger beroep slaagt. Voor zover het verstekvonnis strekt tot afwijzing van het gevorderde, zal het worden vernietigd. De nieuwe vorderingen 4a. en 4b. zullen worden toegewezen zoals hieronder vermeld.
3.2
Als de in het ongelijk te stellen partij zullen [geïntimeerden] c.s. worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Maar de kosten van het exploot van 7 september 2020 zullen niet worden vergoed omdat het appelexploot al had kunnen worden benut voor de betekening van de nieuwe vorderingen. De gevorderde hoofdelijkheid van de proces- en nakostenveroordeling zal worden afgewezen nu dit niet steunt op de wet en Eteck daarvoor geen grond heeft aangevoerd.
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Eteck zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten (appel) € 85,21
- griffierecht
€ 760,00
totaal verschotten € 845,21
- salaris advocaat € 759,00 (1 punt x appeltarief I).
3.3
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt het verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 11 september 2019 uitsluitend voor zover daarin het meer of anders gevorderde is afgewezen en doet in zoverre, in aanvulling op dat vonnis, opnieuw recht:
machtigt Eteck overeenkomstig artikel 3:299 BW om zelf datgene te bewerken waartoe [geïntimeerden] c.s. zijn gehouden, doch niet hebben voldaan, bestaande uit het Eteck in staat stellen werkzaamheden te verrichten aan het verbruiksadres [a-straat] 24 [A] , bestaande uit het afsluiten van het verbruiksadres van stadsverwarming en/of warm tapwater en het opnemen van de meterstanden en uit het hiertoe toegang verschaffen tot de aansluitingen;
veroordeelt [geïntimeerden] c.s. hoofdelijk, overeenkomstig het bepaalde in artikel 558 Rv, tot de gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van het verbruiksadres [a-straat] 24 [A] teneinde Eteck in staat te stellen de werkzaamheden te verrichten waarvoor op grond van artikel 3:299 BW machtiging werd verleend en welke werkzaamheden [geïntimeerden] c.s. aldus dienen te gedogen;
veroordeelt [geïntimeerden] c.s. in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Eteck vastgesteld op € 845,21 voor verschotten en op € 759 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
veroordeelt [geïntimeerden] c.s. in de nakosten, begroot op € 157, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82 in geval [geïntimeerden] c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak hebben voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen in dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.W. Steeg, H.C. Frankena en Ch.E. Bethlem, is ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2021.