Uitspraak
1.[appellant1] Holding B.V.,
[appellant2] Bouw en Montage B.V.,
[appellant3], tevens handelende onder de naam:
Agri,
[appellanten] c.s.en ieder afzonderlijk aan te duiden als:
[appellant1] Holding, [appellant2] Bouw en Montage, [appellant3]en
Agri,
Rabobank Gelderse Vallei,
Rabobank,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“De prognose agri 2015-01-27”aan Rabobank verstrekt. Daarop is tussen Rabobank en [appellant3] e-mailcorrespondentie gevoerd, waarbij Rabobank onder meer vragen heeft gesteld over de door [appellant3] aangeleverde stukken en over de liquiditeitsontwikkeling van de verschillende vennootschappen.
“(…) In de gesprekken van de afgelopen maanden en op basis van de door u aangeleverde liquiditeitsbegroting voor [appellant3] Agri blijkt, dat u onvoldoende in beeld heeft wat de omschakeling van een vleeseendenbedrijf naar een vleeskuikenbedrijf voor risico’s met zich meebrengt. Het betreffen risico’s op het gebied van vergunningverlening, investeringsverplichtingen (plaatsing luchtwasser en aankoop pluimveerechten), financieel rendement, liquiditeitsontwikkeling en marktrisico. (…)
“(...) Met de bank zijn afspraken gemaakt betreffende uw financiering zoals vastgelegd in ons schrijven d.d. 11 maart 2015. Ondanks herhaalde gesprekken en verzoeken zijn de gemaakte afspraken tot op heden niet nagekomen.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grieven 1 tot en met 3zijn gericht tegen de afwijzing door de rechtbank van het door [appellanten] c.s. gedane beroep op schending van de zorgplicht door Rabobank.
“(…) Op basis van de ontvangen informatie zijn de voorgeschreven procedures door de Rabobank voor zowel de zakelijke als particuliere financieringsaanvraag juist verlopen.
“(…) De bank acht de hoogte van de financiering zwaar t.o.v. de omvang van uw onderneming. Om de benodigde vervangings- of uitbreidingsinvesteringen te kunnen plegen adviseren wij u uw zakelijke en particuliere uitgavenpatroon hierop af te stemmen. (...)”op te nemen, heeft Rabobank naar het oordeel van het hof aan haar zorgplicht op dit punt voldaan. [appellanten] c.s. betwisten weliswaar dat zij deze passage gezien hebben en stellen dat deze passage niet in de eerdere offerte was opgenomen en dat zij niet op deze passage gewezen zijn, maar hieraan gaat het hof voorbij. Gesteld noch gebleken is dat [appellanten] c.s. het financieringsvoorstel van 3 augustus 2009 niet zouden hebben ontvangen. Zij worden dan ook geacht - zeker als ondernemer - dit voorstel vóór ondertekening te lezen, ook als zij niet uitdrukkelijk op bepaalde passages zijn gewezen.
grief 4, die betrekking heeft op de vordering van [appellanten] c.s. om Rabobank te veroordelen tot vergoeding van schade op te maken bij staat.