Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- dat de echtelijke woning aan de [a-straat] 57 [A] met de daarop rustende hypothecaire lening bij [B] met polisnummer [nummer1] wordt toebedeeld aan de vrouw met ontslag van de man uit de hoofdelijk aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening;
- dat de waarde van de woning in Iran wordt bepaald op € 33.044,- en dat de helft van dat bedrag door de vrouw aan de man dient te worden betaald onder aftrek van de helft van de aan de desbetreffende woning verbonden schulden aan de moeder van de vrouw ter hoogte van € 24.257,- (€ 16.357,- en € 7.900,-);
- dat de man ter zake de twee auto's een bedrag van € 675,- aan de vrouw dient te voldoen;
- dat de vrouw terzake de sieraden een bedrag van € 200,- aan de man dient te voldoen;
- dat partijen ter zake de inboedel ieder behouden wat hij of zij onder zich heeft, zonder nadere verrekening;
- dat de man ter zake zijn bankrekening bij de [a-bank] met nummer [nummer2] de helft van het saldo ad € 2.439,46 aan de vrouw voldoet;
- dat de man ter zake zijn spaarrekening bij de [a-bank] of andere bank de helft van het saldo per 16 mei 2019 aan de vrouw voldoet;
- dat de man ter zake zijn bankrekening bij de [b-bank] met nummer [nummer3] de helft van het saldo ad € 600,- aan de vrouw voldoet;
- dat de vrouw ter zake haar bankrekening bij de [c-bank] met nummer [nummer4] de helft van het saldo ad € 37,55 aan de man voldoet;
- dat de vrouw ter zake haar bankrekening bij de [a-bank] met nummer [nummer5] de helft van het saldo ad € 342,- aan de man voldoet;
- dat de vrouw ter zake de [C] schuld de helft van het saldo van € 744,- aan de man voldoet;
- dat de vrouw ter zake de [D] schuld (MeerWaarde Krediet) de helft van het saldo van € 3.376,67 aan de man voldoet;
- dat de man ter zake de [E] schuld de helft van het saldo van € 7.735,- aan de vrouw voldoet;
- dat de man ter zake de lening van de moeder van de vrouw over de periode september 2017 tot september 2018 de helft van het saldo van € 12.000,- aan de vrouw voldoet;
- dat de door partijen te betalen bedragen in het kader van de verdeling binnen een maand na de te geven beschikking worden voldaan;
- de sieraden ter waarde van € 10.000,- aan de vrouw worden toegedeeld, waarbij de vrouw aan de man een bedrag van € 5.000,- dient te vergoeden;
- de inboedel ter waarde van € 19.140,- aan de vrouw wordt toegedeeld, waarbij de vrouw aan de man een bedrag van € 9.570,- dient te vergoeden;
- de vrouw de kosten van € 1.134,- die de man maakt en heeft gemaakt voor de mobiele telefoon van [de minderjarige1] aan de man dient te vergoeden;
- de woning in Iran ter waarde van € 226.770,- aan de vrouw wordt toegedeeld, waarbij de vrouw aan de man een bedrag van € 113.385,- dient te vergoeden;
- de bankrekeningen met nummers [nummer6] en [nummer4] op naam van de vrouw bij de [c-bank] (Iran) aan de vrouw toe te delen terwijl zij bij gebreke van deugdelijke bewijsvoering een bedrag van € 2.500,- aan de man dient te vergoeden in verband met de verdeling van de saldi per de peildatum bij helfte;