Uitspraak
[appellant],
WMD,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat de zaak over?
WMD legt aan deze vordering ten grondslag dat zij een overeenkomst met [appellant] heeft gesloten tot levering van drinkwater op het adres [a-straat] 16 te [B] en dat [appellant] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst door een drietal facturen (gedeeltelijk) onbetaald te laten.
3.De procedure bij de rechtbank
4.Wat is het oordeel van het hof?
“De heer [appellant] belde vanmiddag n.a.v. de brief aankondiging afsluiting. (…) Hij gaf aan dat er waarschijnlijk iets fout is gegaan met doorgeven van de meterstand, omdat hij nooit zoveel water heeft verbruikt. Daarom gaat hij deze week nog weer terug naar [B] om de meterstand te checken. Meneer [appellant] wou ons ook geruststellen dat hij wel gaat betalen, dus dat er geen deurwaarder aan te pas hoeft te komen. (…)”.
Het hof gaat verder voorbij aan de stelling van [appellant] dat geen overeenkomst tot stand is gekomen omdat WMD de overeenkomst niet schriftelijk heeft vastgelegd terwijl dit wel op haar weg had gelegen omdat WMD een professioneel nutsbedrijf met een openbare functie is. Zoals het hof hiervoor heeft overwogen, hoeft een overeenkomst niet schriftelijk te worden vastgelegd om rechtsgeldig te zijn, ook niet als zij wordt aangegaan door een drinkwaterbedrijf.
dinsdag 4 mei 2021bij akte uit te laten als bedoeld in rechtsoverweging 4.5.