In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 april 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 17 januari 2019. De zaak betreft de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) die belanghebbende heeft voldaan bij de registratie van een Mercedes Benz E-klasse 350 CDI. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst, die het bezwaar ongegrond verklaarde. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
Tijdens de zitting op 2 februari 2021, die via beeldbellen plaatsvond, zijn de argumenten van beide partijen besproken. Belanghebbende heeft onder andere aangevoerd dat hij recht heeft op een extra leeftijdskorting en een rentevergoeding wegens onverschuldigde betaling van BPM. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende niet in aanmerking komt voor een teruggave van BPM en dat de klachten over het griffierecht geen doel treffen. Het Hof heeft vastgesteld dat het vooraf heffen van griffierecht niet in strijd is met het Unierecht en dat de bedragen die belanghebbende heeft betaald geen onoverkomelijk obstakel vormen voor de toegang tot de rechter.
Het Hof heeft de Minister van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep, vastgesteld op € 500. Daarnaast is de Minister veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van belanghebbende in hoger beroep. De uitspraak is openbaar gemaakt en belanghebbende kan binnen zes weken beroep in cassatie instellen.