In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen Stichting De Woonmensen en een huurster, hierna aangeduid als [geïntimeerde]. De Woonmensen had de huurovereenkomst ontbonden omdat er op 17 januari 2019 een hennepkwekerij was aangetroffen in de woning van [geïntimeerde]. De kantonrechter had de vordering van De Woonmensen in eerste aanleg afgewezen, omdat niet voldoende bewijs was geleverd dat er daadwerkelijk hennep was gekweekt. Het hof heeft echter vastgesteld dat er alle materialen voor het kweken van hennep aanwezig waren, wat in strijd is met de huurvoorwaarden. Het hof oordeelde dat, ongeacht of er daadwerkelijk hennep was gekweekt, de aanwezigheid van de kwekerij een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde. Het hof heeft de ontbinding van de huurovereenkomst bevestigd en [geïntimeerde] veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen 15 weken. Tevens zijn de proceskosten aan De Woonmensen toegewezen, inclusief schadevergoeding voor de huurtermijnen vanaf de ontbindingsdatum tot de ontruiming.