Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Maatschappij tot Exploitatie van het Landgoed Tongeren onder Epe B.V.,
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
2.De feiten
Artikel 14 – Bijzondere bepalingen“14.2 Huurder is ermee bekend dat verhuurder voornemens is om het verhuurde te verbouwen/te renoveren en op het erf [a-straat 1] enkele andere woningen te realiseren. Huurder zal zijn volle medewerking verlenen opdat sloop en bouwwerkzaamheden plaats kunnen vinden op het erf. Bij de woning van huurder zal voldoende privé ruimte beschikbaar blijven.14.3 Indien en zodra verhuurder het verhuurde (de huidige woning) wil gaan verbouwen, dan zorgt verhuurder voor vervangende woonruimte op de huidige locatie, in principe in een van de gerealiseerde woningen. De huurovereenkomst gaat over op de nieuwe woning.
“9. Vanaf 1 mei 2014 kunt u om niet de bedrijfsgebouwen op het erf blijven gebruiken. Rondom het erf behoudt u het gebruik – om niet – van ca 2,9 ha grond (kadastraal Epe en Oene, S, 824 ged en 596), zoals op bijgevoegde kaart aangegeven.
“3. De percelen worden uitsluitend als grasland/weiland gebruikt. De bedrijfsgebouwen worden uitsluitend gebruikt voor het hobbymatig houden van vee.(…)5. De bruiklener aanvaardt het perceel en de bedrijfsgebouwen in de staat waarin het zich bevindt, met alle daaraan verbonden bekende en onbekende gebreken.(…)8. Bruikgever kan de in bruikleen gegeven schuren of een aantal van de schuren opzeggen met een opzegtermijn van 6 maanden. Het in bruikleen gegevene kan niet voor 1 mei 2015 opgezegd worden. Bruikleengever zal zorgen dat er een (vervangende) schuur beschikbaar blijft voor het vee dat bruiklener hobbymatig nog wenst te houden.”
“3. Notulen van de AVA dd 31 aug 2014
“(…) laat ik je weten dat met ingang van 1 november 2017 het gebruik van de bedrijfsgebouwen wordt opgezegd. Conform de met jou gemaakte afspraak betekent dat jij de veeschuur, schaapsschotten en de deel met ingang van 1 april 2018 leeg en bezemschoon aan de BV ter beschikking stelt. Onderdeel van de afspraken is dat de BV rekening zal houden met jouw wens om hobbymatig vee te blijven houden. De BV zal zorgen voor een (vervangende) schuur. In de komende maanden zullen we overleg hebben over welk vee je blijft houden en wat voor een schuur hiervoor benodigd is.”
“Los van deze afspraak ga ik er wel vanuit dat [appellant] conform afspraak op 31 april 2018 de veeschuur, schaapskotten en de deel leeg en bezemschoon oplevert (in brief heb ik ten onrechte 1 april aangegeven).”
“Wellicht ten overvloede, maar voor Uw begrip, hecht ik eraan nogmaals op te merken dat de heer [appellant] nog steeds het liefste de huidige situatie wenst te continueren. Ondanks dat er onzekerheid is over de toekomstmogelijkheden in relatie tot zijn leeftijd is een situatie zonder het boerenbedrijf is toch eigenlijk ook nog moeilijk te accepteren. Ik bericht U dit, zodat duidelijk is dat medewerking aan vrijwillige beëindiging van de pacht zoals door U voorgesteld niet de eerste voorkeur heeft van de heer [appellant] .
“Rest Uw vraag over de hobby activiteiten zoals de heer [appellant] die ziet na beëindiging van zijn bedrijf. In de laatste gesprekken heeft hij aangegeven nog een beperkt aantal “pinken” te willen behouden (ca. 8 stuks) en daarnaast nog een stuk of 10 schapen en hooguit 10 kippen. De pinken zou hij willen opfokken tot maximaal 24 maanden zodat het “geen groot vee” zou worden. De schapen en kippen zijn echt voor het plezier.”2.13 Na de opzegging op 13 oktober 2017 is door Landgoed Tongeren van [appellant] gevraagd inzicht te geven in de aantallen vee dat hij wil houden en is voorlopig het gebruik van de deel en de werktuigenberging aangeboden. Verder mocht [appellant] de schaapskotten blijven gebruiken, zolang deze niet aan de bouwwerkzaamheden in de weg staan. Ook is aangeboden een van de schaapskotten naar de privétuin te verplaatsen en is een schuur op de hoek van de [C] en de [a-straat 1] (volgens Landgoed Tongeren gelegen op 230 meter van de woning) beschikbaar gesteld.
“Uiteindelijk heb ik een poging gedaan per mail van 30 oktober 2013 aan de adviseur [E] om in een uiterste poging te proberen eruit te komen. Mocht dat niet lukken, dan wilde de heer [appellant] de pacht voortzetten. Per slot van rekening was er een pachtovereenkomst voor onbepaalde tijd.Toen er van de zijde van de adviseur een positieve reactie kwam, werd mij duidelijk dat zowel de aantallen vee als de afstand voor vervangende schuren niet juist waren.Zo was de omschrijving van de veestapel een indicatie (maar wel hobby matig boeren) en het zouden dus af en toe wel meer vleeskoeien kunnen zijn of meer schapen. Het ging om een globale indicatie.Ook de afstand zoals door mij opgegeven (500 mtr) was niet bruikbaar voor het type vleesvee van de heer [appellant] en wel o.a. vanwege het feit dat deze koeien via een keizersnee ter wereld moesten komen.Dit is toen besproken met Mw. [F] . Zij gaf toen te kennen dat dit geen probleem is en dat zij in de toekomst – als een of meerdere gebouwen voor het geplande gebruik nodig waren – een vervangende schuur zou regelen aangrenzend aan de beschikbaar gestelde gronden. Dit is ook zo met Dhr. [appellant] besproken en met dat gegeven kon hij instemmen met een overeenkomst met het Landgoed Tongeren om tot einde pacht over te gaan. (…)Aangezien in de overeenkomst alleen de tekst stond van een vervangende schuur is voor ondertekening gevraagd of dit betekende een schuur grenzend aan de om niet beschikbaar gestelde gronden. Mw. [F] heeft dat positief beantwoord, waarna de overeenkomsten zijn getekend. (…)”
de civiele procedures tussen partijen en wat er daarna tussen partijen is afgesproken
a. Landgoed Tongeren zal veroordelen aan [appellant] € 1.243,28 te betalen;
b. Landgoed Tongeren zal veroordelen de woning ongestoord aan [appellant] ter beschikking te stellen op straffe van een dwangsom;
c. primair: Landgoed Tongeren zal veroordelen de opstallen en de weilanden ongestoord ter beschikking te stellen aan [appellant] op straffe van een dwangsom;
d. subsidiair: voor het geval het hof oordeelt dat de bruikleenovereenkomst met betrekking tot (een aantal van) de opstallen terecht is opgezegd, Landgoed Tongeren zal veroordelen de weilanden en een passende vervangende schuur aan [appellant] ter beschikking te stellen op het erf aan de [a-straat 1] te [A] , op straffe van een dwangsom;
e. Landgoed Tongeren zal veroordelen in de proceskosten in beide instanties.
a. voor recht zal verklaren dat de gebruiksovereenkomst is ontbonden dan wel dat het hof deze zal ontbinden;
4.9 De grieven van [appellant] treffen doel voor zover de kantonrechter heeft geoordeeld dat de gebruiksovereenkomst met betrekking tot de weilanden is geëindigd en dat [appellant] de weilanden moet ontruimen. In zoverre zal het vonnis van 13 maart 2019 worden vernietigd. Grief 1 van Landgoed Tongeren faalt. De vorderingen van Landgoed Tongeren onder 3.2 onder a en b zullen worden afgewezen. De vordering van [appellant] onder 3.1 c zal voor zover het de weilanden betreft ook worden afgewezen omdat niet is gebleken dat [appellant] in het gebruik van de weilanden wordt gestoord.
De woorden ‘volle medewerking’ hebben op zichzelf een ruime strekking maar wanneer deze woorden worden gelezen in de context van de zin ervoor en erna en bezien in samenhang met het feit dat [appellant] tijdens de sloop en bouw op het erf woonachtig is en hobbymatig vee mag houden, lijkt de strekking van de woorden ‘volle medewerking’ vooral een praktische: [appellant] zal ervoor zorgen dat, terwijl hij op het erf woont, er op het erf gesloopt en gebouwd kan worden waarbij hij wel voldoende privé ruimte rondom zijn woning houdt. Wanneer Landgoed Tongeren met deze bepaling had willen afspreken dat [appellant] geen enkele (civielrechtelijk of bestuursrechtelijk) rechtsmaatregel mocht aanwenden die de sloop- en bouw (op beide erven) zou belemmeren dan had het op de weg van Landgoed Tongeren gelegen om, zeker nu zij werd bijgestaan door een jurist ( [E] ) en zij de partij was die de overeenkomsten heeft opgesteld, dit expliciet in de overeenkomst op te nemen. Dit geldt in het bijzonder wanneer met een bepaling door de ene partij wordt beoogd dat de andere partij afstand doet van zoiets wezenlijks als het recht om rechtsmaatregelen in te zetten. Landgoed Tongeren heeft ook niet gesteld dat er in de aanloop naar de totstandkoming van de huurovereenkomst over is gesproken dat artikel 14.2 van de huurovereenkomst wat Landgoed Tongeren betreft deze strekking had. [appellant] hoefde van die strekking, louter op grond van de tekst van de bepaling, redelijkerwijs niet uit te gaan. Daar komt nog bij dat de plannen na het sluiten van de huurovereenkomst in niet gering opzicht zijn gewijzigd: van vijf kleinere naar drie grotere woningen op het erf [B] . Als partijen met artikel 14.2 al voor ogen had gestaan dat [appellant] tegen de op het moment van het sluiten van de huurovereenkomst bestaande plannen geen rechtsmaatregel mocht treffen, dan voert het te ver om, zonder dat dat uitdrukkelijk is overeen gekomen, artikel 14.2 zo uit te leggen dat dit ook geldt voor alle toekomstige wijzigingen van de plannen.
Aan het voorgaande voegt het hof nog toe dat Landgoed Tongeren niet heeft gesteld dat en zo ja hoe [appellant] met betrekking tot de hiervoor gestelde tekortkomingen in verzuim is komen te verkeren terwijl [appellant] op dit punt bij herhaling verweer heeft gevoerd.
4.18 Een redelijke uitleg van een vervangende schuur voor het hobbymatig houden van vee, brengt naar het oordeel van het hof, gelet op de aantallen vee die zijn genoemd en die hij nu houdt en de leeftijd van [appellant] , mee dat [appellant] niet zonder meer mocht verwachten dat de vervangende schuur over een mestkelder zou beschikken. Die voorziening is vooral bij grote, bedrijfsmatig gehouden aantallen vee voor de hand liggend, maar niet bij het hobbymatige gebruik dat partijen op het oog hadden. Wel dient, zo legt het hof de bedoeling van partijen uit, een vervangende schuur ruimte te bieden aan wat machines. In de schuur die [appellant] momenteel gebruikt, en die volgens Landgoed Tongeren passend is, is daar ook ruimte voor en staan ook een aantal machines van [appellant] . De schuren die door Landgoed Tongeren in de loop van de tijd zijn aangeboden, voldoen naar het oordeel van het hof wat betreft omvang en voorzieningen dan ook aan de eisen die aan een vervangende schuur gesteld mochten worden. De huidige schuur die [appellant] in gebruik heeft, voldoet daar ook aan. Wat betreft dierenwelzijn is ook niet gebleken dat de huidige schuur niet voldoet. Het probleem zou wat betreft het dierenwelzijn vooral gelegen zijn in de locatie van de schuur en de warm water voorziening in verband met het feit dat deze koeien doorgaans met een keizersnede moeten bevallen. Op dit moment kalveren de koeien van [appellant] niet (meer) en bij het hobbymatige houden van vee dat partijen voor ogen stond, brengt een redelijke uitleg mee, gelet ook op het ouder worden van [appellant] , dat het kalveren van de koeien een aflopende zaak zou zijn. De vervangende schuur hoefde naar het oordeel van het hof dan ook niet te beantwoorden aan de optimale voorzieningen voor het blijvend laten kalveren van (een bepaald soort) koeien.
op het erf aan de [a-straat 1] te [A]conform de gebruiksovereenkomst ongestoord ter beschikking te stellen van [appellant] . [appellant] heeft niet gesteld dat hij met Landgoed Tongeren heeft afgesproken dat de vervangende schuur op het erf zou moeten staan. [appellant] was bekend met de ontwikkeling die Landgoed Tongeren op het erf wilde uitvoeren en wist dus ook dat de op het erf gelegen opstallen een andere bestemming zouden krijgen dan het gebruik als schuur. Voor zover wordt gevorderd dat een vervangende schuur ter beschikking moet worden gesteld
op het erf, is de vordering dus niet toewijsbaar. [appellant] heeft in de memorie van grieven onder 71 uiteengezet dat, zoals is afgesproken, onder een vervangende schuur moet worden verstaan een schuur die is gelegen aan de in bruikleen gegeven weilanden. Van deze stelling heeft [appellant] gespecificeerd bewijs aangeboden, mede onder verwijzing naar een schriftelijke verklaring van [D] . Vaststaat dat de huidige schuur niet grenst aan de in bruikleen gegeven weilanden. Het bewijsaanbod van [appellant] is dus ter zake dienend. Het hof zal [appellant] toelaten tot het bewijs van de stelling dat met Landgoed Tongeren is afgesproken dat de vervangende schuur gelegen zou zijn aan de in bruikleen gegeven weilanden. Het staat [appellant] uiteraard vrij van die bewijslevering af te zien als het, zoals hij in het petitum heeft gevorderd, hem slechts te doen is om een schuur op het erf.
6.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal/zullen opgeven op de
roldatum 4 mei 2021, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;