ECLI:NL:GHARL:2021:2749
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de overtreding van geheimhoudingsbedingen door een werknemer in dienst van twee verschillende vennootschappen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [de werknemer] en de besloten vennootschappen WBB Groep B.V. en WBB Daglicht B.V. [de werknemer] was in dienst bij beide vennootschappen en had in zijn arbeidsovereenkomsten geheimhoudingsbedingen opgenomen. WBB Groep en WBB Daglicht stellen dat [de werknemer] deze bedingen heeft overtreden en eisen betaling van boetes. De kantonrechter heeft de vorderingen van WBB toegewezen, maar [de werknemer] is in hoger beroep gegaan.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 23 maart 2021 geoordeeld dat WBB niet voldoende heeft aangetoond dat [de werknemer] de geheimhoudingsbedingen heeft overtreden. Het hof concludeert dat WBB niet aan haar stelplicht heeft voldaan, omdat zij niet duidelijk heeft gemaakt welke specifieke overtredingen [de werknemer] zou hebben gepleegd en op welke data deze zouden hebben plaatsgevonden. De verklaringen die WBB heeft overgelegd zijn niet voldoende om de overtredingen te onderbouwen.
Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van WBB af. Tevens wordt [de werknemer] in het gelijk gesteld in zijn vordering tot terugbetaling van bedragen die hij op grond van het vernietigde vonnis heeft betaald. De kosten van de procedure worden toegewezen aan [de werknemer].