Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
[verweerder] Bewindvoerders,
2 Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 25 mei 2020;
- het verweerschrift met productie.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van de bewindvoerder van verzoeker, [verzoeker]. De zaak betreft een verzoek tot ontslag van [verweerder] Bewindvoerders, die als bewindvoerder was aangesteld na het ontslag van Stichting [F]. Verzoeker heeft in hoger beroep grieven ingediend tegen de eerdere beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, die zijn verzoek tot ontslag had afgewezen. Verzoeker stelde dat [verweerder] zijn taken niet naar behoren uitvoerde, wat leidde tot een gebrek aan vertrouwen. Hij gaf aan dat er problemen waren met de betaling van tandartsrekeningen en de communicatie met [verweerder] zeer moeizaam verliep. Het hof oordeelde dat er voldoende gewichtige redenen waren voor het ontslag van [verweerder] als bewindvoerder. Het hof heeft besloten om [verweerder] met ingang van 1 februari 2021 ontslag te verlenen en Stichting [belanghebbende1] te benoemen als opvolgend bewindvoerder, in lijn met de voorkeur van verzoeker. De beschikking van de kantonrechter werd vernietigd en het hof heeft de proceskosten niet toegewezen aan verzoeker, gezien de toewijzing van zijn verzoek.