Uitspraak
- Ter zake van feit 1, 2 primair en 3:een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 21 jaar met aftrek van voorarrest.
- Ter zake van feit 4:hechtenis voor de duur van twee maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twee jaar waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
(op 12 november 2017) (met een onbekend gebleven opdrachtgever, althans een persoon) overleg te voeren over een te plegen misdrijf en/of inlichtingen uit te wisselen (omtrent het slachtoffer [slachtoffer] ) en/of
(op 14 of 15 november 2017) (tezamen met [vriend verdachte] ) naar Nieuwegein te rijden om aldaar de omgeving (van de woon/verblijfplaats van [slachtoffer] ) te gaan verkennen en/of
een paar dagen na 14 of 15 november nogmaals naar Nieuwegein te rijden om – wederom – aldaar de omgeving (van de woon/verblijfplaats van [slachtoffer] ) te gaan verkennen en/of
(op 15 november 2017) (bij [betrokkene] ) op zoek te gaan naar iemand die een gevaarlijke klus (‘hete torie’) zou willen en/of
de beschikking te verwerven over een als (eerste) vluchtauto te gebruiken (gestolen) Seat Leon en/of
de nacht voorafgaand aan de liquidatie die (eerste) vluchtauto (Seat Leon) klaar te gaan zetten aan de [adres] te Utrecht en/of
een (tweede) vluchtauto (Volkswagen Golf) te lenen van [vriend verdachte] en/of
die [medeverdachte] in die tweede vluchtauto (Volkswagen Golf) te vervoeren vanuit Amsterdam naar de [adres] te Utrecht en/of
die [medeverdachte] in de Seat Leon (eerste vluchtauto) (vanaf de [adres] te Utrecht) te vervoeren naar de woon/verblijfplaats van het slachtoffer in Nieuwegein en daar op die [medeverdachte] te wachten teneinde hem van de plaats van het delict weg te voeren;
de Kerkweg (te Kockengen) heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur, in elk geval de daar geldende toegestane maximumsnelheid voor motorvoertuigen van 30 kilometer per uur met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden, terwijl er veel voertuigen op die weg reden en/of
(vervolgens) op de provinciale weg N401 (te Kockengen, althans gemeente Stichtse Vecht) bestaande uit één rijbaan met verkeer in beide richtingen, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers heeft hij, verdachte, een dubbele doorgetrokken streep naar links overschreden, en/of (vervolgens) heeft hij, verdachte, zich links van de streep bevonden, immers reed hij, verdachte, op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomende verkeer (terwijl tegemoetkomend verkeer naderde) en/of
(vervolgens) op de provinciale weg N212 (richting Wilnis, gemeente De Ronde Venen), niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, immers heeft hij, verdachte, gereden op het weggedeelte dat bestemd was voor tegemoetkomend verkeer, terwijl er tegemoet komend verkeer (op zeer korte afstand) was genaderd, ten gevolge waarvan het tegemoetkomend verkeer erg hard moest afremmen om een frontale aanrijding te voorkomen en/of
(vervolgens) op de Ringdijk (te Wilnis) niet zijn snelheid zodanig heeft geregeld, dat hij in staat was om de door hem bestuurde personenauto tot stilstand te brengen binnen de afstand, waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, althans onvoldoende afstand heeft gehouden tot het voertuig voor hem, ten gevolge waarvan een aanrijding is ontstaan tussen het door hem bestuurde voertuig en het voor hem rijdende voertuig (dat door [naam 2] bestuurd werd en/of terwijl [naam 2] 38 weken zwanger was) en/of
(vervolgens) op de provinciale weg N201 richting de oprit de Rijksweg A2 links en/of rechts meerdere voertuigen heeft ingehaald en/of (daarbij) slalommend door het verkeer heeft gemanoeuvreerd, althans heeft gereden, terwijl er veel voertuigen op die weg reden en/of stil stonden en/of
(vervolgens) op de Rijksweg A2 (tussen de oprit Vinkeveen en Amsterdam) met snelheden tussen de 160 kilometer per uur en de 180 kilometer per uur heeft gereden en/of (daarbij) op de vluchtstrook heeft gereden en/of
(vervolgens) op de Muntbergweg (te Amsterdam) niet zijn snelheid zodanig heeft geregeld, dat hij in staat was om de door hem bestuurde personenauto tot stilstand te brengen binnen de afstand, waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, althans onvoldoende afstand heeft gehouden tot het voertuig voor hem, ten gevolge waarvan een aanrijding is ontstaan tussen het door hem bestuurde voertuig en het voor hem stil staande voertuig (dat door [naam 1] bestuurd werd) en/of
(vervolgens) op de Muntbergweg (te Amsterdam), geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers niet is gestopt, maar is doorgereden in strijd met voor een voor zijn rijrichting bestemd driekleurig verkeerslicht dat rood licht uitstraalde en/of
(vervolgens) op de S111 en/of de Meibergdreef (te Amsterdam) heeft gereden op het weggedeelte dat bestemd was voor tegemoetkomend verkeer en/of (daarbij) is uitgeweken voor tegemoetkomend verkeer en/of (vervolgens) door de berm is gereden en/of (vervolgens) op het fietspad heeft gereden, ten gevolge waarvan voetgangers en bestuurders van (brom)fietsen, althans verkeersdeelnemers, moesten uitwijken om een aanrijding te voorkomen, door welke gedraging(en) van verdachte telkens gevaar op die weg(en) werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg(en) werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
medeplegenvan moord (feit 1 primair). De rol van verdachte is beperkt gebleven tot
medeplichtigheidaan de moord op [slachtoffer] .
- verdachte in een auto met een tot hem herleidbaar kenteken reed;
- verdachte gebruikmaakte van zijn eigen iPhone 6;
- de vriendin van verdachte en verdachtes vriend [vriend verdachte] tijdens de bewuste nacht benzinegeld naar verdachte hebben overgemaakt;
- medeverdachte [medeverdachte] tijdens een opgenomen gesprek heeft gezegd: “
- verdachte tijdens een ander opgenomen gesprek heeft gezegd dat hij niets te maken wil hebben met “een vies onderwereldspelletje”.
Feit 1 en 2: vaststaande feiten
Forensische beschouwing
- Op de plaats delict zijn twaalf hulzen aangetroffen. Deze hulzen zijn verschoten met één en hetzelfde vuurwapen.
- Op de handen van verdachten en op de mouwen van de jassen, die zij droegen tijdens hun aanhouding, zijn schotresten aangetroffen. Met name ten aanzien van verdachte [verdachte] kan niet worden uitgesloten dat deze schotresten door middel van secundaire overdracht op zijn handen en mouwen terecht zijn gekomen.
- De schotresten op de handen en mouwen van verdachten zijn vergeleken met de schotresten van de hulzen op de plaats delict. De bevindingen van het vergelijkend schotrestenonderzoek zijn iets waarschijnlijker wanneer de deeltjes die zijn aangetroffen op verdachten afkomstig zijn van het verschieten van de op de plaats delict aangetroffen hulzen, dan wanneer deze afkomstig zijn van willekeurige andere verschoten hulzen.
- In de Volkswagen Golf zijn een hoes en een aantal kledingstukken aangetroffen. Het DNAprofiel uit de bemonsteringen van de hoes en diverse kledingstukken matcht met het DNA-profiel van [verdachte] of [medeverdachte] .
- Op diverse kledingstukken in de Volkswagen Golf zijn schotresten aangetroffen. Dit geldt zowel voor kledingstukken waarop een DNA-profiel van [verdachte] of [medeverdachte] is aangetroffen als voor kledingstukken waarbij geen DNA-profiel is verkregen.
- Op een aantal kledingstukken zijn schotresten aangetroffen, welke schotresten zijn vergeleken met de schotresten van de hulzen die op de plaats delict zijn aangetroffen. De bevindingen van het vergelijkend schotrestenonderzoek zijn (10 tot 100 keer) waarschijnlijker wanneer de deeltjes die zijn aangetroffen op de kledingstukken afkomstig zijn van het verschieten van de op de plaats delict aangetroffen hulzen, dan wanneer deze afkomstig zijn van willekeurige andere verschoten hulzen.
- Op diverse kledingstukken in de Volkswagen Golf zijn glassporen aangetroffen. Dit geldt zowel voor kledingstukken waarop een DNA-profiel van [medeverdachte] is aangetroffen als voor kledingstukken waarbij geen DNA-profiel is verkregen.
- Op een aantal kledingstukken zijn glassporen gevonden, welke glassporen zijn vergeleken met referentieglas uit de auto van het slachtoffer. De bevindingen van dit onderzoek zijn zeer veel (10.000 tot 1.000.000 keer) waarschijnlijker wanneer deze glassporen afkomstig zijn van de vernielde autoruit, waartoe het referentieglas heeft behoord, dan wanneer alle onderzochte glassporen afkomstig zijn van (een) willekeurig(e) andere ruit(en) of glazen object(en).
Enkele vaststellingen ten aanzien van de overige onderzoeksresultaten
Voicenotes tijdens de vlucht
- 08:27:23 uur: “Prinses, luister, uhh, ja, maak je alsjeblieft geen zorgen, er is iets gebeurd”;
- 08:27:39 uur: “Ga niet lopen stressen, ik ehhh ja…”;
- 08:28:54 uur: “Ik heb een probleem [getuige 1] , ik heb een probleem. Ik weet eens niet of ik het nu nog wel zal gaan halen”.
- 08:32:05 uur: “Die torie.. ik… probleem man! Probleem, probleem, probleem”;
- 08:32:50 uur: “ (…) tijd voor dat niet eens bro’s, die mannen rijden nu achter mij aan. Ik ben aan het dampen”.
Gebruik van de voertuigen Volkswagen Golf en Seat Cupra
Voorverkenning Nieuwegein
- Omstreeks 21:46 uur: ‘Oke, ik kom je snel meete en die kari klemmen (Oke ik kom je snel ontmoeten en die telefoon nemen) hoe laat ben je klaar?’;
- Omstreeks 21:52 uur: ‘Ow shitt die karrie was bij Jeur id auto (Ow shit de telefoon was bij Jeur in de auto) ga em nu appen’;
- Omstreeks 22:31 uur: ‘Ben er’.
Overig onderzoek gegevensdragers [verdachte] en [medeverdachte]
- [alias] stuurt een foto van een wapen.
- [alias] : ‘hij wacht op mijn antwoord nu’.
- Casper: ‘die man heeft die geld al achter gelaten bij me’.
- Casper: ‘(…) ga voor de hele team nakoes (
- [alias] : ‘100’.
- “door mij is die torie geslaagd (…)”;
- “(…) ik ben nog jong, ik ben sowieso max vijfendertig ben ik weer buiten”.
Verklaring en alternatief scenario [verdachte]
Weging en waardering van het alternatieve scenario
[slachtoffer] zat op het moment dat hij werd doodgeschoten. Het hof overweegt dat aan het geheel van bevindingen, te weten de diverse kledingstukken uit de tweede vluchtauto – waarin verdachten zaten – met daarop het DNA-profiel van verdachten en/of schotresten en/of glasdeeltjes, wél een sterke bewijswaarde moet worden toegekend.
- de forensische bewijsmiddelen;
- het gedetailleerde, vooraf uitgedachte plan, waaronder de voorverkenning door [verdachte] en het klaarzetten van de vluchtauto door beide verdachten.
- [verdachte] is eerst na zes maanden voorarrest met een verklaring gekomen en dus pas nadat het eindproces-verbaal zo goed als gereed was, hij in ieder geval op hoofdlijnen kennis droeg van hetgeen het dossier in belastende zin voor hem inhield en hij tijd en gelegenheid had om zich op een verklaring op detailpunten te prepareren.
- Op die verklaring heeft hij niet nader in willen gaan, hoewel hij uitdrukkelijk de gelegenheid heeft gekregen om zonder voorafgaande vragen en dus in vrijheid te spreken.
- [verdachte] heeft – na de verwijzing door de rechter-commissaris – tijdens zijn verhoor op 3 juli 2018 via zijn toenmalige raadsman aangegeven eerst de vragen van de politie in te willen zien, voordat hij een aanvullende verklaring zou afleggen. Omdat hij die vragen niet van tevoren kreeg, heeft hij niet aanvullend verklaard doch zich wederom op zijn zwijgrecht beroepen. Ook in het vervolgens geplande verhoor onder leiding van de rechter-commissaris op 2 oktober 2018 heeft verdachte geweigerd aanvullende vragen te beantwoorden. Eerst ter terechtzitting van de rechtbank op 7 maart 2019 heeft verdachte weer vragen willen beantwoorden.
- [verdachte] heeft wisselend verklaard over op welk moment – na de eerste of de tweede rit richting Nieuwegein – hij besloot af te zien van de vermeende ripdeal.
- Het hof acht het niet plausibel dat [verdachte] in het ongewisse is gelaten over de liquidatie, juist terwijl het om zoiets ingrijpends gaat waarbij niets verkeerd mag gaan.
- Het hof acht de naar eigen zeggen zeer geringe rol van [verdachte] moeilijk te verenigen met het feit dat de opdrachtgever nu juist [verdachte] het adres van het slachtoffer geeft én in het bezit stelt van een PGP-telefoon die naar het zich laat aanzien bij deze klus is gebruikt en die cruciaal was voor vertrouwelijke communicatie tussen de uitvoerders van deze ‘klus’. Als [verdachte] inderdaad alleen maar als chauffeur zou moeten optreden en bewust (op grond van het ‘need to know-principe) van het werkelijke plan in het ongewisse was gelaten, dan lag het veel meer voor de hand dat de opdrachtgever de uitvoerder van de liquidatie zou hebben benaderd met de relevante gegevens over het slachtoffer en de PGP-telefoon om daarmee over de klus in vertrouwelijkheid te kunnen communiceren.
- Het hof acht de rol van [verdachte] waarvoor hij naar eigen zeggen was gevraagd ook moeilijk te verenigen met het feit dat het hem kennelijk vrij stond om ook anderen (zie bijvoorbeeld diens verzoek aan [betrokkene] ) voor de uitvoering van het plan aan te zoeken, zonder dat daar de instemming van de opdrachtgever voor was vereist. Het was gelet op de uitvoering van het delict de evidente bedoeling dat [slachtoffer] werd gedood. Het in het ongewisse laten van [verdachte] en eventuele door hem aangezochte anderen van dit plan, zou voor de opdrachtgever een onaanvaardbaar afbreukrisico opleveren. Bij een delict als dit en de belangen die daarmee kennelijk zijn gemoeid, ligt iets dergelijks redelijkerwijs niet voor de hand.
- Het hof acht het evenmin plausibel dat [verdachte] alleen in de tweede vluchtauto heeft zitten wachten zonder enige mogelijkheid om contact met [medeverdachte] te onderhouden. Naar eigen zeggen was het aan [verdachte] overgelaten om de ontmoetingsplek op de [adres] te verlaten als het naar zijn oordeel te lang zou duren. Dat acht het hof, nogmaals gelet op de aard van het delict en de belangen die op het spel stonden, volstrekt onlogisch en ligt dus niet voor de hand. De bedoeling van de tweede vluchtauto was om het spoor ‘dood te laten lopen’. Een eventueel voorbarig vertrek van [verdachte] van de [adres] zou het welslagen van het plan in gevaar hebben kunnen brengen, omdat de uitvoerders van het delict door het vertrek van [verdachte] geen goede en snelle mogelijkheid meer hadden om zich uit de voeten te maken en naspeuring door de politie moeilijk te maken.
- De iPhone 6 van [verdachte] én de PGP hebben in de dagen voorafgaand aan de liquidatie al dan niet gelijktijdig masten aangestraald in de omgeving van de [adres] te Utrecht
Medeplegen liquidatie en brandstichting
medeplichtigheidshandelingen, dat deze een bijdrage van onvoldoende gewicht opleveren en dat daarom niet tot een bewezenverklaring van
medeplegenkan worden gekomen. De raadsvrouw is daarbij uitgegaan van de verklaring van [verdachte] dat hij niet op de hoogte was van het plan van de liquidatie en niet aanwezig was bij de uitvoering daarvan. Het hof volgt die verklaring niet en gaat ervan uit dat [verdachte] (a) op de hoogte was van het plan om [slachtoffer] om het leven te brengen, (b) de eerste vluchtauto heeft bestuurd en (c) aanwezig was op het moment dat [medeverdachte] het doelwit [slachtoffer] doodschoot.
Eindconclusie feit 1 en 2
Ten aanzien van feit 3
Ten aanzien van feit 4
- de processen-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 780-781, en [naam 1] , p. 791-792;
- de processen-verbaal van bevindingen, p. 764-765, p. 770-771 en 773-776;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van de rechtbank van 7 maart 2019.
de Kerkweg (te Kockengen) heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur, in elk geval de daar geldende toegestane maximumsnelheid voor motorvoertuigen van 30 kilometer per uur met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden, terwijl er veel voertuigen op die weg reden en/of
(vervolgens) op de provinciale weg N401 (teKockengen, althansgemeente Stichtse Vecht) bestaande uit één rijbaan met verkeer in beide richtingen, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers heeft hij, verdachte, een dubbele doorgetrokken streep naar links overschreden, en/of(vervolgens) heeft hij, verdachte, zich links van de streep bevonden, immers reed hij, verdachte, op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomende verkeer(terwijl tegemoetkomend verkeer naderde)en/of
(vervolgens) op de provinciale weg N212 (richting Wilnis, gemeente De Ronde Venen), niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, immers heeft hij, verdachte, gereden op het weggedeelte dat bestemd was voor tegemoetkomend verkeer, terwijl er tegemoet komend verkeer (op zeer korte afstand) was genaderd, ten gevolge waarvan het tegemoetkomend verkeer erg hard moest afremmen om een frontale aanrijding te voorkomen en/of
(vervolgens) op de Ringdijk (te Wilnis) niet zijn snelheid zodanig heeft geregeld, dat hij in staat was om de door hem bestuurde personenauto tot stilstand te brengen binnen de afstand, waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was,althans onvoldoende afstand heeft gehouden tot het voertuig voor hem,ten gevolge waarvan een aanrijding is ontstaan tussen het door hem bestuurde voertuig en het voor hem rijdende voertuig(dat door [naam 2] bestuurd werd en/ofterwijl [naam 2] 38 weken zwanger was)en/of
(vervolgens) op de provinciale weg N201 richting de oprit de Rijksweg A2 links en/ofrechts meerdere voertuigen heeft ingehaald en/of(daarbij) slalommend door het verkeer heeft gemanoeuvreerd, althans heeft gereden, terwijl er veel voertuigen op die weg redenen/of stil stonden en/of
(vervolgens) op de Rijksweg A2 (tussen de oprit Vinkeveen en Amsterdam) met snelheden tussen de 160 kilometer per uur en de 180 kilometer per uur heeft gereden en/of (daarbij)op de vluchtstrook heeft gereden en/of
(vervolgens) op de Muntbergweg (te Amsterdam) niet zijn snelheid zodanig heeft geregeld, dat hij in staat was om de door hem bestuurde personenauto tot stilstand te brengen binnen de afstand, waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, althans onvoldoende afstand heeft gehouden tot het voertuig voor hem, ten gevolge waarvan een aanrijding is ontstaan tussen het door hem bestuurde voertuig en het voor hem stil staande voertuig(dat door [naam 1] bestuurd werd)en/of
(vervolgens) op de Muntbergweg (te Amsterdam), geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers niet is gestopt, maar is doorgereden in strijd met voor een voor zijn rijrichting bestemd driekleurig verkeerslicht dat rood licht uitstraalde en/of
(vervolgens) op de S111 en/ofde Meibergdreef (te Amsterdam) heeft gereden op het weggedeelte dat bestemd was voor tegemoetkomend verkeer en/of(daarbij) is uitgeweken voor tegemoetkomend verkeer en/of(vervolgens) door de berm is gereden en/of(vervolgens) op het fietspad heeft gereden, ten gevolge waarvan voetgangers en bestuurders van (brom)fietsen, althans verkeersdeelnemers,moesten uitwijken om een aanrijding te voorkomen,
- Ter zake van feit 1, 2 primair en 3:een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 jaar met aftrek van voorarrest.
- Ter zake van feit 4:hechtenis voor de duur van twee maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twee maanden.
- [benadeelde 1] heeft € 22.492,88 aan vergoeding van materiële schade gevorderd. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep nietontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van zijn oorspronkelijke vordering.
- [benadeelde 2] heeft € 6.448,52 aan vergoeding van materiële schade gevorderd. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep nietontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
- Namens [benadeelde 5] is een bedrag van € 21.600,- aan vergoeding van materiële schade gevorderd. De vordering is door de rechtbank hoofdelijk toegewezen tot een bedrag van
- vergoeding van de materiële schade van de benadeelde partij [benadeelde 1] hoofdelijk wordt toegewezen tot een bedrag van € 950,- (kosten rouwkleding en eigen risico reparatie autoruit), te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering;
- vergoeding van de reiskosten (proceskosten) hoofdelijk wordt toegewezen tot een bedrag van € 1.511,05.
- de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering;
- vergoeding van de als proceskosten aan te merken kosten hoofdelijk wordt toegewezen tot een bedrag van € 159,12.
- de vordering hoofdelijk wordt toegewezen tot een bedrag van € 21.200,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering.
- de vordering hoofdelijk wordt toegewezen tot een bedrag van € 27.564,68, bestaande uit € 2.564,68 aan materiële schade en € 25.000,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering;
- vergoeding van de als proceskosten aan te merken kosten hoofdelijk wordt toegewezen tot een bedrag van € 50,44.
- als erfgenaam onder algemene titel;
- als nabestaande als het gaat om kosten van gederfd levensonderhoud;
- als degene ten wiens laste de kosten van lijkbezorging zijn gekomen;
- in het geval van shockschade.
- reiskosten naar Aruba;
- reiskosten periode 02-12-2017 t/m 01-01-2018.
- wijzigingskosten tickets KLM;
- vrije dagen echtgenote [benadeelde 1] ;
- reiskosten periode 02-12-2017 t/m 01-01-2018;
- kosten in verband met verhuizing naar Nederland;
- kosten in verband met afkoop arbeidscontract;
- opzegging huurcontract woning Aruba;
- overnachting hotel op 08-07-2018;
- huur appartement in de periode 28-06-2018 t/m 12-07-2018;
- kosten douane;
- keuring RDW auto;
- huur woning slachtoffer;
- premie zorgverzekering slachtoffer;
- verzekering motoren Honda en Yamaha.
Ten aanzien van de vordering namens de benadeelde partij [benadeelde 5]
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
gevangenisstrafvoor de duur van
21 (eenentwintig) jaren.
2 (twee) maanden.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
2 (twee) jarenmet aftrek van de tijd dat het rijbewijs van verdachte ingevorderd is geweest.
1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- een iPhone 6;
- een PGP-toestel.
€ 21.200,00 (eenentwintigduizend tweehonderd euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 31.563,73 (eenendertigduizend vijfhonderddrieënzestig euro en drieënzeventig cent) bestaande uit € 6.563,73 (zesduizend vijfhonderddrieënzestig euro en drieënzeventig cent) materiële schade en € 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.