Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellante1] ,
[appellante2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling
roepnummeraangeduid; het hof heeft een enkele keer met vierkante haakjes [ ] een toelichting gegeven op bepaalde namen/afkortingen.
20.09[ [D] ] gaat ter plaatse en merkt op dat als andere diensten komen zij de situatie moeten bevriezen.
26.02wordt gevraagd de achterzijde van de woning in ogenschouw te nemen; bekend is al dat de man boven in de woning zit.
29.51buiten. Er is sprake van een zwart vuurwapen.
29.51meldt dat de man onder invloed is van alcohol en dat hij dan agressief kan reageren;
29.51oppert de inzet van een AT, waarop de centralist opmerkt dat
20.09moet beslissen over een AE of een AT.
20.09krijgt bericht van centralist dat Keizer contact met hem opneemt.
20.09vraagt om naam van verdachte en of vuurwapen echt is. De personalia worden doorgegeven, de informatie is nagetrokken en niet bekend is of het vuurwapen echt is.
20.09het telefoonnummer van de piketcommissaris en meldt tevens dat de man “een ex-BBE-er is en dat hij is doorgedraaid”.
21.59meldt dat er beweging is te zien in de woonkamer;
20.09geeft instructie dat de status quo gehandhaafd moet blijven en mocht de man naar buiten komen dan moet
21.59met de man communiceren en dat hij heel duidelijk zijn handen moet laten zien.
20.09] en dat het in principe een AT inzet wordt tenzij er andere ontwikkelingen zijn.
20.09vraagt om extra auto’s om het gebied ruimer af te zetten. Er is geen mogelijkheid om met de man telefonisch contact te leggen. Er gaat een voorwaarschuwing naar het AT om te kijken of de man uit de woning is te halen.
29.51meldt dat “de verdachte zojuist het vuurwapen op hen heeft gericht. Hij zwaait met het vuurwapen.”
20.09vraagt om assistentie van een collega om bij te houden wat er nu beslist is “want anders is het straks niet meer te reproduceren wat er gebeurd is”.
20.09vraagt de meldkamer of de piketcommissaris is bereikt en de burgemeester en de hoofdofficier van justitie.
20.09wil ook weten of de piketcommissaris nu met een onderhandelaar spreekt. De centralist meldt dat hij contact zal opnemen met de piketcommissaris.
20.09meldt dat indien er een hond ingezet moet worden dit dan ook gedaan moet worden.
20.09wil de status quo handhaven en wil zoveel mogelijk ruime afzetting.
20.09meldt dat hij op last van de onderhandelaar de collega’s zoveel mogelijk achteruit wil hebben om zo min mogelijk prikkels te geven. De man loopt achter de woning en richt op collega met het wapen in zijn rechterhand. Hij staat/kijkt boven de schutting uit.
25.02meldt dat hij samen met het AT onderweg is naar het woonadres.
27.02.Graag omsturen naar
20.09.De man (verdachte) is bij de schutting.
29.51) heeft als eerste over de inzet van het AT in de onderhavige situatie gesproken. Hij verklaart hierover onder meer bij de rijksrecherche op 2 augustus 2007:
Na het gesprek sprak ik met de vrouw over het vuurwapen van haar man. Zij deelde mij mede dat zij dit nog nooit eerder had gezien. Hij had het vuurwapen in het bijzijn van haar en haar dochter tegen zijn eigen hoofd gezet. Voorts vertelde zij dat haar man bij een specialistische eenheid, de BBE had gezeten. Ik heb haar achter onze bus gezet en mijn informatie, die van de arts en van de vrouw, over de portofoon doorgegeven aan de meldkamer. Ik heb toen direct aan de meldkamer doorgegeven dat dit geen klus was voor ons en dat er een specialistische eenheid zoals het arrestatie team, nader te noemen AT, gewaarschuwd diende te worden.
Daarna heb ik met [de echtgenote] gesproken. Zij vertelde dat zij bedreigd was met een vuurwapen en dat haar man het wapen op zijn eigen hoofd had gezet en dat hij had gezegd dat hij zichzelf van kant zou maken. Ook vertelde ze dat hij marinier was geweest en dat hij bij de BBE had gezeten. (…) Ik heb haar gevraagd of zij het vuurwapen kon omschrijven en zij omschreef dit als een zwart handvuurwapen van ongeveer tien tot vijftien centimeter groot. Dit leek mij niet een situatie voor ons, de basispolitiezorg. Ik heb daarop contact gezocht met de meldkamer via mijn portofoon en heb alle informatie die ik toen had doorgegeven, met het verzoek een speciale eenheid te sturen. Daarmee bedoel ik ofwel een AT dat optreedt in levensbedreigende situaties en bij vuurwapengevaarlijke betrokkenen ofwel een AE die optreedt in minder gevaarlijke situaties. De meldkamer gaf door dat die beslissing werd overgelaten aan de chef van dienst, de heer [D] . De chef van dienst heeft een portofoon bij zich en luistert op die manier mee met de gesprekken via de portofoon. De chef van dienst overlegt vervolgens met degene die beleidspiket heeft. Ik heb de banden van de meldkamer later afgeluisterd en heb zodoende gehoord dat er is bevestigd dat degene met beleidspiket is gewaarschuwd.
Tevens heb ik haar gezegd dat ik een voorwaarschuwing voor een arrestatieteam (…) overwoog maar dat ik eerst aanvullende informatie wilde hebben. Zij was dit met mij eens. Ik ging er op dat moment vanuit dat het hier een echtelijke ruzie betrof waarbij dit met mindere middelen dan een AT op te lossen zou zijn.Daarna heeft hij weer contact gehad met [D] en hem gemeld dat hij naar de woning zou komen (dat was omstreeks 21.48 uur). Ook zou een andere officier van dienst, [F] , ter plaatse gaan. Bij het aanrijden naar de woning heeft Keizer contact gezocht met een onderhandelaar van de politie voor raadgeving. Hij kreeg onder andere te horen dat gezorgd moest worden voor zo weinig mogelijk prikkels (bij de woning). Keizer heeft zelf niet een officieel verzoek voor de inzet van een AT gedaan; hij ging ervan uit dat de onderhandelaar de AT inzet zou regelen.
Ik had op dat moment geen tijd om het formele traject te regelen. Ik heb daar toen niet meer aan gedacht.
: Om 21.24 uur (uitdraai mobiel [D] ) wordt Keizer gebeld door [D] die Keizer informeert over de situatie en aangeeft dat de inzet van een aanhoudingseenheid danwel het AT wenselijk zou zijn. Keizer , die toen nog niet ter plaatse was, ging er op dat moment van uit dat het om een echtelijke ruzie ging die met minder ingrijpende middelen dan een AT-inzet op te lossen zou zijn (gesprek duurde bijna 4 minuten) ….
Ik kwam met Ben [Keizer] overeen dat hij het formele traject voor de toestemming inzet AT zou regelen. Ik zou het informele traject doen en het AT alvast een vooraankondiging doen zodat zij vast zouden kunnen afreizen.Daarna heeft [002] gebeld met één van de AT leden.
[002] vertelde mij in het kort dat het een gijzeling betrof in een woning. Hij stelde voor om op te treden volgens de comming out procedure. Hij vroeg mij voorts om de zaak verder te regelen. Hij bedoelde hiermee te zorgen dat andere AT leden in kennis zouden worden gesteld en ter plaatse zouden komen. Ik zou alvast een voorverkenning doen. Ik heb hem dit toegezegd. Ik heb vervolgens Y-59 gebeld, hem gezegd dat wij een spoedinzet hadden en met hem afgesproken elkaar te ontmoeten. Wij zouden samen ter plaatse gaan. Voor dat ik Y-59 ontmoette heb ik mijn teamchef gebeld en hem kort verteld wat er speelde. Hij gaf mij toestemming om ter plaatse te gaan en deelde mij mede dat hij andere AT leden in kennis zou stellen en ter plaatse zou sturen. (…) Volgens mij kwamen wij ter plaatse omstreeks 22.25 uur.
Ik kreeg door dat de man doorgedraaid was en in Bosnië had gezeten en nu met een vuurwapen zich bewoog via de achterdeur naar de tuin. Op dat moment vond ik dat ik ook naar de achterkant moest. Ik kon daar tegen de collega’s zeggen dat ze een stapje terug konden doen. Ik vond dat ik op dat moment beter mijn hond in kon zetten voor de veiligheid van de collega’s. Hij stelde zich op aan de ene zijde van de brandgang (poort) en aan de andere zijde stond zijn collega-hondengeleider.
Via de portofoon hoorde ik dat de man uit de woning kwam en weer in de woning ging en dat hij met een vuurwapen liep te zwaaien en richtte op collega’s. (…) Terwijl ik de man nog steeds niet had gezien maakten [G] en ik via een ander, de afspraak dat hij de hond los zou laten indien de verdachte in de brandgang zijn kant op zou komen. Ik zou de hond loslaten indien de verdachte de brandgang in zou komen en op mij af zou komen. De politieagent op het balkon hoorde ik vervolgens zeggen: Politie geef je over. Ik hoorde de verdachte zeggen: “Politie politie kom me maar halen”. (…) Ik kreeg het gevoel dat hij ons zo zou pakken met zijn ervaring. Hij kwam bij mij over als iemand die niets te verliezen heeft en zich niet over zou geven. Het gevoel van ‘het is menens hier’ kwam bij me op. Ik vond dat beangstigend. Hij was in ieder geval niet bang voor ons.Op de vraag of er sprake was van paniek luidde het antwoord ontkennend:
Er werd niet weggerend bijvoorbeeld. Het was meer het zoeken van een veilige positie. (…) Ik heb geen moment het gevoel gehad dat we het niet onder controle hadden.Via de portofoon hoorde hij op een gegeven moment dat de man ergens in de tuin moest zijn, buiten het zicht van de politieman op het balkon (bij de buren) en dat het AT was gearriveerd. Hij zag daarna dat de man in de brandgang stond met zijn rug naar hem toe en hij hoorde zijn collega-hondengeleider aan de andere kant zeggen “Geef je over, laat vallen dat wapen.” Toen ging de man weer de tuin in. De man moet hebben geweten dat er honden waren, want beide honden hebben geblaft. Na ongeveer vier-vijf minuten zag hij de man weer in de brandgang lopen; hij kwam zijn richting uit met een vuurwapen of daarop gelijkend in zijn hand.
Voor mijn gevoel was dit het vuurwapen waar de vrouw mee was bedreigd in de woning. Het Bosnië verhaal erbij en de getrainde ex BBE-er zat in mijn hoofd. Er kwam een man op mij aflopen die niets te verliezen had. (…) Ik vond dat ik wat moest doen in ieder geval. Als ik dat niet had gedaan zou het ergens verkeerd aflopen voor misschien andere mensen. De situatie was niet meer helemaal onder controle omdat hij niet meer in de woning zat. Hij ging de confrontatie gewoon aan met ons. De dreiging werd groter. (…) Hij liep met zijn wapen naar beneden en nog niet richtend op mij. (…) Ik zei dat hij zijn wapen moest laten vallen of anders de hond zou worden ingezet. (…) Ik heb hem gezegd:“ Laat vallen dat wapen! Hond wordt ingezet.” Ik heb dat meer dan eens gezegd.De man was toen ongeveer vijftien meter van hem verwijderd. Hij zette toen zijn hond in.
Het leek alsof de hond het niet begreep.(op het commando ‘vast’ werd de man namelijk niet vastgebeten).
Ik riep mijn hond en deze kwam uit het tuintje naar mij toe. Vervolgens hief de man het wapen op. Hij richtte het wapen op mijn borst cq buik. Tegelijk bleef de man in mijn richting lopen. Terwijl hij liep liet hij het wapen licht voor zich op en neer zwaaien. Het vuurwapen wees in mijn richting. Op dat moment dacht ik voor het eerst aan mijn eigen wapen. Ik heb mijn wapen gepakt en mijn wapen erop gezet. Ik bedoel hiermee dat ik mijn wapen staand ondersteund op de verdachte richtte. Ik riep de hond nog eens om te stellen en ook riep ik tegen de verdachte dat hij zijn wapen moest laten vallen. (…) De verdachte hield het wapen voor zich heen en weer zwaaiend. Ik stond ondersteund met mijn wapen in zijn richting. Hij was toen ongeveer 10 meter van mij verwijderd.Hij heeft niets anders nog overwogen voordat hij zijn wapen pakte:
.. ik had voor mijn gevoel geen keus meer. (…) Ik heb meerdere malen gezegd dat hij zijn wapen moest laten vallen. (…) Hij liep gewoon door en zwaaide gewoon door met zijn wapen. Hij zei niets. (…) Tot het moment dat ik schoot had de man steeds zijn vuurwapen op mij gericht gehouden. Daarbij was zijn hand waar hij het vuurwapen in droeg steeds op mij gericht. Zijn hand met dat vuurwapen ging steeds een beetje horizontaal heen en weer. Hoe dichter de man mij naderde hoe minder zijn hand heen en weer ging. Ik vond dit erg bedreigend. De man kwam steeds dichterbij. (…) Ik dacht echt bij mezelf “Ik kan niet langer meer wachten”. Ik heb lang genoeg gewacht. Naar links kon ik niet meer want daar was de afscheiding van de tuin. Rechts naast mij was een schutting. Het gangetje was niet meer dan anderhalve meter breed. (…) Die vent kon niet loslopen en mijn hond ook niet. Het feit dat ik vond dat die kerel levensgevaarlijk was, getraind door BBE en doorgedraaid gaf mij het gevoel dat ik niet anders kon. Andere mensen moesten ook beschermd worden tegen die vent die in mijn ogen niet spoorde. Hij kwam maar dichter bij. Hij reageerde niet. Het hield niet op. Het was zo dreigend. Ik heb voor mijn gevoel al heel lang gewacht om te schieten. Ik wist ook dat ik met een schot hem moest raken omdat ik dacht dat hij zeker beter getraind was als ik. Ik was ook bang toen hij op me af kwam lopen. Mijn hart klopte als een gek. (..) Ik ben rechtshandig. (… ) Ik schoot ook met rechts. (…) Op het moment dat ik schoot realiseerde ik me direct dat ik de man geraakt had. Ik zag dat de man in elkaar zakte.De afstand bedroeg toen ongeveer acht meter. Op de vraag of hij er nog over had gedacht om een waarschuwingsschot te geven antwoordde [B] :
Nee want als ik dat had gedaan was ik bang dat ik het slachtoffer zou zijn geweest. Ik dacht alleen maar dat het raak moest zijn en dat het hij of ik was in deze situatie. Ik had het gevoel dat ik maar één kans had en ik deze kans moest benutten.Tot zover de verklaring van [B] .
Ik vond op dat moment de situatie zo dreigend worden dat ik mijn vuurwapen uit voorzorg ter hand heb genomen.Hij is zelf toen naar achteren gelopen om een meer veilige afstand te creëren omdat [B] (waar hij achter stond) in zijn vuurlinie zou komen als hij zou schieten. Hij heeft [B] zien schieten.
Dat deed hij echter niet.De man liep door en riep iets in de trant van “ik heb me overgegeven… wat moet ik doen dan?” De man werd echter steeds aangeroepen dat hij het wapen moest laten vallen.
Hij bleef echter doorlopen. Langzaam.Daarna riep [B] “Laat vallen of ik zet de hond in” of iets dergelijks. De hond werd ook ingezet maar hij beet de man niet. De man liep daarna weer verder op hen af.
Ik zag [B] zijn vuurwapen trekken. Ik had mijn hand op mijn wapen.Weer werd de man aangeroepen door collega’s en door [B] :
Laat vallen of ik schiet.Hij heeft dat [B] meerdere keren horen roepen. Toen de man dichterbij was gekomen (op een meter of tien) heeft hij het schot van [B] gehoord.
Dat werd zeker drie keer geroepen.
Gezien het voorgaande is het hof van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat beklaagde [ [B] , toev. hof] uit noodweer heeft gehandeld en dat het waarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, een beroep op noodweer zal honoreren. Het hof acht derhalve de beslissing om beklaagde niet te vervolgen te billijken.
Ik riep “Vast”, maar de hond beet hem niet. Het leek alsof de hond het niet begreep.Op de vraag of [B] weet hoe dit kwam antwoordde hij:
Dit was de eerste keer dat ik de hond los liet om een verdachte van afstand te laten bijten. In een oefensituatie schreeuwt de pakwerker [degene die in een pak voor verdachte speelt, zo begrijpt het hof] meestal, maar deze verdachte schreeuwde ook niet. Ik denk dat de hond de situatie niet snapte.De man bleef op [B] aflopen en [J] was een tuintje in gegaan. Toen riep [B] weer de hond, die naar hem toe kwam.
Ik riep de hond nog eens om te stellen en ook riep ik tegen de verdachte dat hij zijn wapen moest laten vallen.De man was toen ongeveer tien meter van hem verwijderd. Nadat hij de man had neergeschoten zag [B] dat [J] de man in zijn onderarm beet.
Ik denk dat de hond beet omdat er geschoten was en dit bekender was voor de hond. Door het bijten liet de verdachte zijn wapen los.
Ik zie dat de verdachte doorloopt en [B] stelt de hond. Hij roept: “Stellen!” De hond rent naar de verdachte toe, die op dat moment halverwege de brandgang was schat ik. De hond deed echter niets, hij snuffelde alleen wat aan de linkerhand van de verdachte en liep om de verdachte heen. Ik hoorde dat [B] de hond aanriep en nogmaals riep “Stellen!” gevolgd door “Vast!”. De hond deed niets. Hij bleef maar om de verdachte heen lopen. (…) De hond van [B] stelde de verdachte niet…. Die hond laat [het] nooit afweten! Die verzaakt nooit! De hond heeft zes jaar ervaring…. Tijdens de hondentrainingen hoorde ik dat ongeveer twee of drie maanden geleden de hond van [B] perfect heeft gewerkt bij een bedreiging met een mes. Toen heeft de hond ook een burger gebeten. Daar vertrouw je dan op als hondengeleider.
Dit toont hij door stil te gaan staan als de hond hem op ongeveer 35 meter genaderd is. De hond mag dan niet bijten. Dit is voor een hond een minder leuke oefening waarbij de pijn [van hond [J] , toev, hof] dan stimuleert om de achtervolging minder goed te doen.