Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Dry Works Holding,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat de zaak over?
3.De feiten
1, 17 en 42. Het merk is op 19 april 2013 vervallen.
18 december 1999 vervallen en het internationale merk op 12 december 2014.
4.De vorderingen van Dry Works Holding en de beslissing van de rechtbank
5.De beoordeling door het hof
Dit heeft geen gevolgen voor de beoordeling van de nietigheid van de merkinschrijvingen van [appellant] , omdat de datum waarop de merkdepots zijn verricht bepalend zijn voor de vaststelling van het toepasselijke recht [1] . De merkdepots zijn in 2015 verricht en dat is ruim voor de inwerkingtreding van het vernieuwde en herschikte BVIE.
De bewijslast dat Dry Works Holding niet te goeder trouw was, rust op [appellant] . Bij het bepalen van de goede trouw van Dry Works Holding moet alleen worden gekeken naar de onderlinge verhouding tussen Dry Works Holding en [appellant] als deposant van de merken en naar de kennis die Dry Works Holding had of zou moeten hebben van de door [appellant] later aangevraagde merken [5] .
6.De gevolgen voor partijen
7.De beslissing
8 november 2017 en 30 januari 2019;