Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante2]en
[appellant3],
588 Plus B.V., tevens handelende onder de naam
Pemax,
1.Kern van de zaak en de beslissing
2.Het procesverloop tot nu toe
3.De beoordeling van het hoger beroep
De intentieovereenkomst van 14 februari 2009
“NB in dit melkquotum jaar heeft [B][dit is de bestuurder van Pemax, hof]
gezegd dat in verband met de lage quotumprijs en de grote kans op onderschrijding en grote verevening, dat er onbeperkt gemelkt mocht worden.Er is in dit jaar toch een grote hoeveelheid leasemelk op naam van familie [appellante] geregistreerdGeen aanvullende betalingen over en weer dit jaar, [B] neemt de kosten dit jaar dan ook volledig voor zijn rekening.”
buitenhet referentiequotum blijft in de visie van Pemax op grond van de intentieovereenkomst voor rekening van [appellante] . [appellante] heeft de berekeningen van Pemax niet betwist.
moetenmaken, maar ook dit betoog strandt. Partijen hadden juist in de overeenkomst voorzien in het geval dat het niet zou lukken om het oude vet melkquotum te verkopen en voldoende nieuw quotum te verkrijgen. Dan zou Pemax de verschuldigde superheffing betalen uitgaande van het referentiequotum (de tekortschietende hoeveelheid werd gecompenseerd tot het niveau van het voorgerekende voordeel ten minste werd bereikt). Een noodzaak voor een nieuwe afspraak was er dus niet.