Uitspraak
IFF,
1.[geïntimeerde1] ,
2. [geïntimeerde2] ,
3. [geïntimeerde3] ,
4. [geïntimeerde4] ,
5. [geïntimeerde5] ,
6. [geïntimeerde6] ,
7. [geïntimeerde7] ,
8. [geïntimeerde8] ,
9. [geïntimeerde9] ,
10. [geïntimeerde10] ,
11. [geïntimeerde11] ,
12. [geïntimeerde12] ,
13. [geïntimeerde13] ,
15. [geïntimeerde15] ,
16. [geïntimeerde16] ,
17. [geïntimeerde17] ,
18. [geïntimeerde18] ,
19. [geïntimeerde19] ,
20. [geïntimeerde20] ,
21. [geïntimeerde21] ,
22. [geïntimeerde22] ,
23. [geïntimeerde23] ,
24. [geïntimeerde24] ,
25. [geïntimeerde25] ,
26. [geïntimeerde26] ,
27. [geïntimeerde27] ,
28. [geïntimeerde28] ,
29. [geïntimeerde29] ,
30. [geïntimeerde30] ,
31. [geïntimeerde31] ,
32. [geïntimeerde32] ,
33. [geïntimeerde33] ,
34. [geïntimeerde34] ,
35. [geïntimeerde35] ,
36. [geïntimeerde36] ,
37. [geïntimeerde37] ,
38. [geïntimeerde38] ,
39. [geïntimeerde39] ,
40. [geïntimeerde40] ,
41. [geïntimeerde41] ,
42. [geïntimeerde42] ,
43. [geïntimeerde43] ,
44. [geïntimeerde44] ,
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Waar gaat deze zaak over en hoe oordeelt het hof?
4.De vaststaande feiten
(…)
De OR is tevreden met het destijds behaalde resultaat en heeft ingestemd met de nieuwe regeling omdat:
(…)
Artikel 4.3
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
- Premieplicht en pensioenregeling (grief I)
- Toepassing van artikel 7:613 BW (grief II)
- Toepassing van artikel 7:611 BW (grief III)
- Afdracht van de werknemerspremie aan de pensioenuitvoerder (grief IV)
- Volledige herbeoordeling van de zaak door het hof (grief V)
- Eenzijdige wijzigingsbevoegdheid (grief 1)
- Onrechtmatige daad (grief 2)
- Instemming ondernemingsraad (grief 3)
- Dwangsom (grief 4)
van de pensioengrondslag. Voor deelnemers die voor l januari 2003 in dienst zijn gekomen van de vennootschap, bedraagt de pensioenpremie als percentage van de pensioengrondslag:
vanaf 1 juli 2015: 0,5%
vanaf 1 juli 2016: 1,0%
vanaf 1 juli 2017: 1,5%
vanaf 1 juli 2018: 2,0%
vanaf 1 juli 2019: 2,5%
vanaf 1 juli 2020: 3,0%
vanaf 1 juli 2021: 3,5%.”
de bevoegdheid daartoe schriftelijk in de pensioenovereenkomst is opgenomen” (artikel 19 Pensioenwet) dan wel sprake is van een “
schriftelijk beding dat (…) de bevoegdheid geeft een in de arbeidsovereenkomst voorkomende arbeidsvoorwaarde te wijzigen” (artikel 7:613 BW). Er moet dus sprake zijn van een schriftelijk vastgelegde eenzijdige wijzigingsbevoegdheid.
3. Pensioenverzekering
beogen verandering te brengen in de omvang van de uitkering of in de bijdrage van de deelnemers”.Voor een dergelijke wijziging geldt dat IFF haar goedkeuring daaraan niet zal geven “
dan na overleg met de werknemersorganisaties”
.De tekst van deze passage wijst op niet meer dan dat IFF deze procedure moet volgen voordat zij instemt met een wijziging van de pensioenovereenkomst. In deze passage staat niet - en daaruit kan evenmin worden afgeleid - dat instemming van de werknemer, na goedkeuring door de werkgever, niet meer nodig is.
voor een formele vaststelling” voorgelegd aan IFF. Volgens IFF is het met name deze passage die aantoont dat IFF eenzijdig bevoegd is (verklaard) tot wijziging van de pensioenovereenkomst: IFF stelt een wijziging van de pensioenovereenkomst immers vast. Maar, in die passage staat niet dat instemming van de deelnemers niet meer nodig is. Daarin staat evenmin (en IFF heeft dat ook niet betoogd) dat IFF gerechtigd is die ‘formele vaststelling’ mede te doen namens de werknemers. Indien IFF van haar kant met een wijzigingsvoorstel akkoord is zal het bestuur van het pensioenfonds (dat tot wijziging van het pensioenreglement bevoegd is) een “
overeengekomen wijziging van de pensioenovereenkomst” neerleggen in het pensioenreglement. Ook deze formulering wijst niet op een eenzijdige bevoegdheid van IFF. Gesproken wordt immers van een “overeengekomen” wijziging van de pensioenovereenkomst. Dat betekent dus: overeengekomen tussen IFF en [geïntimeerden] c.s. (partijen bij de pensioenovereenkomst) en niet eenzijdig vastgesteld door IFF. Het feit dat artikel 19 bepaalt dat ter voorbereiding van een voorgenomen wijziging een werkgroep wordt geformeerd die bestaat uit evenveel vennootschapsvertegenwoordigers als werknemersvertegenwoordigers (vanuit de ondernemingsraad) onderstreept bovendien dat van een eenzijdige wijzigingsbevoegdheid niet kan worden gesproken.
zwaarwichtig belang”. Grief 1 van [geïntimeerden] c.s. slaagt.
een marktconforme en duurzame pensioenregeling (…) die recht doet aan het belang van het collectief” terwijl “
de ‘schade’ voor premievrije werknemers beperkt is gebleven” (zie hiervoor onder 4.11).
de bij de deelnemers ingehouden pensioenbijdrage” aan het pensioenfonds af te dragen. Zoals in dit arrest wordt bevestigd zijn [geïntimeerden] c.s. niet gehouden tot premiebetaling. IFF is dus ook niet gerechtigd premie in te houden op het salaris. Van een verplichting tot afdracht is dus in zoverre geen sprake.
De totale bijdrage van de vennootschap voor bovengenoemde pensioenregeling zal jaarlijks
6.Slotsom
7.De beslissing
veroordeelt IFF tot afdracht van het werknemersdeel in de pensioenpremie van eisers aan