Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Samenvatting en beslissing
Ik ga kijken wat ik kan doen”. Aan de terbeschikkingstelling van de leaseauto is dus van het begin af aan nooit een voorwaarde gesteld. Omdat zij sinds september 2004 meerdere leaseauto’s toegekend heeft gekregen, zonder daarbij te voldoen aan de kilometervoorwaarde, dient in elk geval geconcludeerd te worden dat de leaseauto inmiddels een vaste arbeidsvoorwaarde is geworden zodat Actor niet eenzijdig mocht besluiten dat zij geen recht meer had op een leaseauto.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Ik ga kijken wat ik kan doen” redelijkerwijs mocht opmaken dat - in weerwil van de duidelijke bewoordingen in de leaseregeling - enkel haar functie en niet het aantal te rijden kilometers van belang waren voor het toekennen van een leaseauto, heeft [appellante] onvoldoende (onderbouwd) aannemelijk gemaakt. Dit betekent dat het gaat om een onder een duidelijke voorwaarde toegekend recht op een leaseauto.
in strijdwas met de destijds (en nog steeds) geldende leaseregeling van minimaal 15.000 zakelijke kilometers per jaar, temeer omdat die regeling in de arbeidsvoorwaardenregelingen/cao (ook na wijzigingen) bleef staan. Zij had er rekening mee moeten houden dat waar Actor deze voorwaarde voorheen ‘soepel’ hanteerde, dit in de toekomst wel eens anders zou kunnen uitpakken, bijvoorbeeld omdat er minder ‘zakelijk’ met de auto zou worden gereden dan wel dat afspraken op kantoor zouden gaan plaatsvinden in plaats van bij de klanten. Van belang acht het hof verder dat het hier gaat om het gebruik van een leaseauto dat verband houdt met de functie die de werknemer vervult. Ook al is het zo dat aan het verstrekken van een leaseauto een zeker privévoordeel voor de werknemer is verbonden, dan is het niet zo dat de leaseauto uitsluitend vanwege dat privévoordeel voor de werknemer is gegeven. Tegen de achtergrond van het doel van het verstrekken van een leaseauto komt aan de werkgever dan ook een ruimere beleidsvrijheid toe. Dat laat onverlet dat er redenen kunnen zijn dat de werkgever voor het verlies van het privé voordeel een zekere compensatie biedt, maar dat is hier ook door de werkgever gedaan. Het nadeel dat [appellante] ondervindt door het wegvallen van de leaseauto is door Actor immers gecompenseerd in die zin dat zij gedurende de looptijd van haar leasecontract (tot eind november 2020) gebruik mocht blijven maken van haar leaseauto, waarna zij tot juni 2023 maandelijks een (aflopende) compensatie krijgt ter hoogte van het huidige leasebedrag. Na afloop van deze periode kan [appellante] aanspraak maken op een kilometervergoeding voor zakelijk gereden kilometers.