Uitspraak
16-652477-18 in de strafzaak tegen
een of meerderetijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van
22 mei 20137 juli 2014 tot en met 18 mei 2018 te De Bilt
, in elk geval in Nederland,meermalen
, althans eenmaal,wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten de levenssfeer van [benadeelde 3] en
/of [benadeelde 1] en/of[benadeelde 2]
en/of een of meer anderen, door
(telkens
)in die periode wederrechtelijk stelselmatig
, althans meerdere keren,opzettelijk in de woning gelegen aan de [adres] , in welke woning die [benadeelde 3] en
/of [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] in die periode woonachtig
was/waren, althans in welke woning die [benadeelde 3] en
/of [benadeelde 1] en/of[benadeelde 2] in die periode (veelvuldig) verbleef/verbleven,
(telkens
)met een technisch hulpmiddel, te weten een (video)camera
(van een mobiele telefoon
), te filmen en
/of (telkens
) (vervolgens
) een of meerdereafbeelding
(en
)te vervaardigen, op welk
(e
) (opgenomen en
/ofbewaard
(e
)) (beeld
)materiaal
en/of afbeeldingendie [benadeelde 3] en
/of [benadeelde 1]en/of [benadeelde 2] veelvuldig, althans regelmatig, al dan niet (deels) ontbloot, herkenbaar en zichtbaar in beeld, althans te zien
, is/zijn, met het oogmerk die [benadeelde 3] en
/of [benadeelde 1]en/of [benadeelde 2] , te dwingen iets te
doen, niet te doen, tedulden
en/of vrees aan te jagen.
17 september 2018 hoger beroep ingesteld. In hoger beroep geldt als uitgangspunt dat het geding met een einduitspraak dient te zijn afgerond binnen twee jaar nadat het rechtsmiddel is ingesteld. De zaak is op 11 januari 2021 inhoudelijk op zitting behandeld en het hof zal arrest wijzen op 25 januari 2021. In dit geval wijst het hof dus arrest twee jaar en ruim vier maanden na het instellen van het hoger beroep door de verdachte. Het verloop van deze termijn is niet aan de verdediging te wijten. Het hof zal hiermee rekening houden bij de straftoemeting.
BESLISSING
Oplegging straf
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) dagen.
31 (eenendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- zich op de eerste werkdag na het onherroepelijk worden van het arrest tussen 13:00 uur en 16:30 uur bij Reclassering Nederland op het adres [adres] zal melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich onder behandeling zal stellen van [de kliniek] of een soortgelijke zorgverlener, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, en zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens die instelling zullen worden gegeven;
- mee zal werken aan het vinden van geschikte huisvesting, in de vorm van een zelfstandige woning al dan niet met ambulante woonbegeleiding of begeleid wonen;
- mee zal werken aan het vinden en behouden van een geschikte dagbesteding, voor zover en zolang de reclassering dat nodig acht.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
Oplegging maatregel
[benadeelde 2] , geboren op [geboortedag] 1996.
Beslag
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Benadeelde partijen
€ 1.194,89 (duizend honderdvierennegentig euro en negenentachtig cent) bestaande uit € 194,89 (honderdvierennegentig euro en negenentachtig cent) materiële schade en € 1.000,- (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.194,89 (duizend honderdvierennegentig euro en negenentachtig cent) bestaande uit
€ 194,89 (honderdvierennegentig euro en negenentachtig cent) materiële schade en
€ 1.000,- (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.430,84 (tweeduizend vierhonderddertig euro en vierentachtig cent) bestaande uit € 930,84 (negenhonderddertig euro en vierentachtig cent) materiële schade en € 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.430,84 (tweeduizend vierhonderddertig euro en vierentachtig cent) bestaande uit
€ 930,84 (negenhonderddertig euro en vierentachtig cent) materiële schade en € 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.