Uitspraak
verweerster in het incidenteel hoger beroep,
verzoeker in het incidenteel hoger beroep,
1.1. De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep ontvangen op 19 oktober 2021;
4.4. De feiten
“Gespreksnotitie [verweerder] en [naam1] inzake [naam4] B.V., Newthex Ned B.V. en henzelf”is onder meer het volgende vermeld:
5.De verzoeken aan de rechtbank en de beoordeling daarvan
6.De verzoeken in hoger beroep
7.De beoordeling van de verzoeken in hoger beroep
“ [verweerder] neemt ontslag”.Dat daarmee ook daadwerkelijk is opgezegd tegen een concrete datum, volgt daaruit niet. Daarmee is ook geenszins sprake van een uiting die ondubbelzinnig is ofwel niet voor meer dan één uitleg vatbaar. Dat een concrete datum ontbreekt vindt steun in de notitie zelf omdat in punt 5. verder wordt vastgelegd dat
“terstond extern op zoek gegaan moet worden naar een opvolger, zodat [verweerder] die mogelijk nog kan inwerken”.
“Je hebt toch iets afgesproken met je vader. Of niet??”. Een en ander onderstreept dat lange tijd niet duidelijk was wanneer over en weer een einde zou komen aan de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst.
“heeft aangegeven dat hij de onderneming op korte termijn wenst te verlaten”en aan het personeel van NewThex heeft hij op 13 maart 2020 niet meer laten weten dan
“dat hij heeft besloten op te zoek te gaan naar een andere werkkring”.
“Op een vete ben ik absoluut niet uit. Dan had ik mijn baan niet opgezegd.”is veeleer spraakgebruik en houdt eerder in een verwoording van zijn keus om voor een goede verstandhouding in de familie te kiezen en om daarmee uit het familiebedrijf te stappen.
“ [verweerder] gaf echter meteen te kennen dat hij dat allemaal niet wilde afwachten en zo snel als mogelijk zijn werkzaam leven wilde scheiden van het familiebedrijf, ook al was het tegen mindere voorwaarden elders. Hij toonde een dergelijke haast dat ik hem dringend heb gevraagd om de verantwoordelijkheid, die wij als familie voor NewThex (…) op ons hebben genomen (…) te respecteren, dus niet terstond weg te lopen, tenminste zijn opzegtermijn in acht te nemen en zo mogelijk nog een opvolger in te werken. Op dat moment deed hij daar geen toezeggingen over. (Later werd duidelijk dat [verweerder] zich aan zijn contractuele opzegtermijn zou houden en een opvolger in zou werken.)”Hieruit blijkt duidelijk dat [verweerder] geen duidelijk moment in de tijd heeft aangewezen waarop de arbeidsovereenkomst wat hem betrof zou eindigen en alleen zijn keus kenbaar heeft gemaakt zijn banden met het familiebedrijf zo snel als mogelijk te willen verbreken. Uit die verklaring blijkt verder dat [verweerder] dan wel eerst ander werk gevonden wilde hebben omdat anders de zinsnede ‘ook al was het tegen mindere voorwaarden elders’ zonder betekenis zou zijn. Deze verklaring geeft daarom evenmin steun voor NewThex’ stelling dat [verweerder] op 10 februari 2020 de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd tegen ‘uiterlijk’ 31 december 2020.
grieven 1 en 2van NewThex, die van een opzegging per 1 januari 2020 uitgaan, vergeefs zijn opgeworpen.
grief 3beoogt [verweerder] dat het hof alsnog niet matigt en de verhoging als verzocht toewijst. NewThex bepleit met haar
derde griefdat het hof die verhoging alsnog afwijst dan wel matigt tot maximaal 10%.
grief 4betoogt dat de schadeloosstelling niet is verschuldigd omdat de arbeidsovereenkomst door opzegging daarvan door [verweerder] is geëindigd per 1 januari 2021, kan zij daarin, gezien het voorgaande, niet worden gevolgd.
“Negen jaar lang heeft hij[ [verweerder] , toevoeging hof]
met zijn expertise een belangrijke bijdrage aan de vennootschap geleverd, waarbij de omzet is gegroeid, het personeelsbestand is gestabiliseerd, vele producten zijn ontwikkeld en het kwaliteitsniveau aanzienlijk is gestegen. Ondanks de huidige krappe financiële situatie zijn daarmee goede voorwaarden voor de toekomst van de vennootschap bewerkstelligd.”Dat het NewThex naar de stand van zaken per 1 mei 2021 niet mogelijk was om een contractuele schadeloosstelling te betalen, is met een en ander dan ook onvoldoende onderbouwd.
eerste griefprimair dat zo’n ontslaggrond ontbreekt en om die reden een billijke vergoeding is verschuldigd. Subsidiair voert [verweerder] met deze grief aan dat het aan hem gegeven ontslag een ernstig verwijt oplevert aan NewThex en dat om die reden een billijke vergoeding moet worden toegekend.
tweede griefbeklaagt [verweerder] zich over deze beperking en hij wil dat alsnog het volledige bedrag wordt toegewezen. Met haar
grief 5keert NewThex zich tegen de toewijzing van een dergelijke vergoeding.
zesde griefkomt NewThex tot slot op tegen haar veroordeling in de proceskosten bij de rechtbank. Ook als er rekening mee wordt gehouden dat de door [verweerder] gevraagde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten alsnog wordt afgewezen, heeft te gelden dat NewThex in de procedure bij de rechtbank als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij is aan te merken. NewThex blijft daarom belast met de kosten van die procedure. De grief faalt.