Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde3],
1.Kern van de zaak en de beslissing
2.Het procesverloop tot nu toe
3.De vaststaande feiten
1. Indien een eigenaar zijn privé gedeelte met inbegrip van het medegebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken aan een ander in gebruik wil geven, zal die ander het gebruik slechts kunnen verkrijgen na ondertekening van een in duplo opgemaakte en gedagtekende verklaring dat hij het reglement en het huishoudelijk reglement alsmede een besluit als bedoeld in artikel 876c Burgerlijk Wetboek, voorzover die op hem betrekking hebben, zal naleven. (…)”
Overwegende:
4.De beoordeling in hoger beroep
Geschil
allemogelijkheden uit het verenigingsrecht heeft benut om het bestedingspatroon van de vereniging te veranderen, maar dat die weg haar niets opleverde (zodat zij is aangewezen op de onderhavige procedure). De betalingsverplichting na het einde van het lidmaatschap is niet zozeer verbonden aan het einde van het lidmaatschap als wel aan het voortduren van de positie als gebruiker. De regeling dient ook een redelijk doel. Bij afwezigheid van de betalingsverplichting zouden meer gebruikers hun lidmaatschap kunnen beëindigen en stoppen met meebetalen voor de voorzieningen, waardoor uiteindelijk niet alleen het functioneren van de winkeliersvereniging maar ook van het winkelcentrum en de gebruikers ervan wordt belemmerd. Hoewel de regeling in artikel 42 van het splitsingsreglement de gevolgen van een opzegging wel beperkt is dat in dit geval gerechtvaardigd, mede gelet op de belangen van de andere gebruikers van het winkelcentrum. De winkeliersvereniging moet die belangen betrekken bij haar standpunt naar een gebruiker die niet meer wil bijdragen aan gemeenschappelijke voorzieningen. Wat [geïntimeerden] c.s. naar voren heeft gebracht, weegt daar gelet op wat het hof hiervoor heeft overwogen niet tegenop. Omdat [geïntimeerden] c.s. haar verweer onvoldoende concreet heeft gemotiveerd, gaat het hof voorbij aan haar bewijsaanbod.