Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoeker](de vader),
samen: de ouders,
verzoekers in hoger beroep,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering(de GI),
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- [de minderjarige1] en
- [de minderjarige2] .
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
[de minderjarige1] en [de minderjarige2] hebben duidelijkheid nodig over hun perspectief. Hoewel de ouders zeggen akkoord te zijn met de uithuisplaatsing van de jongens is ter zitting bevestigd dat de ouders willen blijven toewerken naar een terugkeer van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] naar huis. Dat [de minderjarige1] en [de minderjarige2] de wens hebben om weer bij de ouders te wonen zoals de ouders stellen, is begrijpelijk en vloeit voort uit hun loyaliteit naar de ouders toe, maar is niet doorslaggevend voor de beslissing wat het beste voor hen is. Naar het oordeel van het hof geven de ouders geen blijk van het hebben van inzicht in hun eigen beperkingen en ook niet van het hebben van inzicht in wat [de minderjarige1] en [de minderjarige2] nodig hebben, omdat (zoals op de zitting bleek) zij met de kinderen de mogelijkheid van terugkeer naar huis bespreken, als de kinderen die wens uiten. Dit brengt de kinderen in verwarring, terwijl zij juist duidelijkheid nodig hebben.