Uitspraak
[appellant],
Rabobank,
1.De verdere procedure bij het hof
3.3. De relevante feiten
‘
de behuizing met schuur, erf en tuin, staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] ,
In artikel 5 lid 5 is bepaald dat koper het registergoed wil gaan gebruiken als woonhuis met toebehoren, waarbij verkoper ten aanzien van dit gebruik heeft meegedeeld dat hem niet bekend is dat dit gebruik op publiek- of privaatrechtelijke gronden niet is toegestaan. In artikel 21 is opgenomen dat koper verklaart er mee bekend te zijn dat betreffende voormeld registergoed permante bewoning niet is toegestaan.
4.4. Het geschil en de beslissing van de rechtbank
4.3 De rechtbank heeft in een (mondelinge) uitspraak, opgenomen in het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 februari 2020, de vordering van Rabobank toegewezen en de vorderingen van [appellant] afgewezen, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten en (in conventie) nakosten.
5.5. De motivering van de beslissing in hoger beroep
Zorgplicht Rabobank
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft [appellant] zijn stelling gewijzigd in die zin dat hij, als hij zou zijn geïnformeerd door Rabobank, er voor had kunnen kiezen om de koopovereenkomst te ontbinden en dat zijn schade in dat geval tot 10% van de koopsom beperkt zou zijn geweest, maar deze stelling heeft hij niet nader onderbouwd en zal dan ook verder niet worden besproken.
.’
Conclusies
6.6. De beslissing
een en ander vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na de datum van dit arrest;