ECLI:NL:GHARL:2021:10171
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor erkenning van kinderen door biologische vader en verzoeken omtrent gezag en omgang
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van twee minderjarige kinderen door hun biologische vader, [verzoeker]. De vader verzocht om vervangende toestemming voor de erkenning van zijn kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], en om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling. De moeder, [verweerster], en [belanghebbende], die de kinderen eerder had erkend, voerden verweer tegen deze verzoeken. Het hof heeft vastgesteld dat de vader de biologische vader is van de kinderen en dat de erkenning door [belanghebbende] vernietigd moet worden om de juridische werkelijkheid in overeenstemming te brengen met de biologische afstamming. Het hof heeft de verzoeken van de bijzondere curator om de erkenning te vernietigen en vervangende toestemming te verlenen toegewezen, maar het verzoek om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling afgewezen. Het hof oordeelde dat de communicatieproblemen tussen de ouders te ernstig zijn om gezamenlijk gezag uit te oefenen en dat omgang op dit moment niet haalbaar is. De vader is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot ondertoezichtstelling van de kinderen. De uitspraak benadrukt het belang van de afstamming en de rechten van de kinderen om te weten wie hun biologische vader is, terwijl ook de emotionele en psychologische belangen van de betrokkenen in overweging zijn genomen.