Uitspraak
FNV,
1.Vleems Bakery International B.V.,
Vleems c.s.en individueel
Vleems Bakeryrespectievelijk
Vleems Convenience,
1.Het verloop van deze procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
4.De beoordeling
Tenzij de lidstaten anders bepalen, zijn de artikelen 3 en 4 niet van toepassing op een
vanzelfsprekend niet” voldoet aan het vereiste (hiervoor onder 4.8 sub 2 genoemd) dat de procedure met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder wordt ingeleid. Daarop laat het Hof van Justitie volgen:
48 Wat de verschillen tussen die twee soorten procedures betreft, moet worden opgemerkt dat, zoals de advocaat-generaal in de punten 57 en 58 van zijn conclusie heeft gepreciseerd, een procedure de voortzetting van de activiteit beoogt wanneer zij bedoeld is om het operationele karakter van de onderneming of van de levensvatbare onderdelen daarvan veilig te stellen. Een procedure die de liquidatie van het vermogen beoogt, zorgt daarentegen voor een zo hoog mogelijke uitbetaling aan de gezamenlijke schuldeisers. Ook al is het niet uitgesloten dat er een zekere overlapping kan zijn tussen die twee doelen die een bepaalde procedure nastreeft, het hoofddoel van een procedure die de voortzetting van de activiteit van de onderneming beoogt, blijft in elk geval het behoud van de betrokken onderneming.
acuut liquiditeitstekort van EUR 1.400.000,-" en dat de bank weigerde de toen gevraagde (binnen één week nadien ter beschikking te stellen) financiering van € 800.000,- te verstrekken. Ook de aandeelhouders weigerden, aldus is nog opgemerkt door de heer [A] ter zitting in hoger beroep, dit bedrag ter beschikking te stellen.
Zo gaf u aan dat u op 28 juni jl. werd benaderd door Trip Advocaten namens de uiteindelijke koper en dat aan u op diezelfde dag nog plan voor een doorstart en een bod op de activa is gepresenteerd, zodat direct een doorstart kon worden gerealiseerd."
ingeleid met het oog op liquidatievan de onderneming. De Belgische procedure in kwestie was nu juist ingeleid "
met het oog op het behoud van het geheel of een gedeelte van Echo of haar activiteiten". Aan het tweede Smallstepscriterium was (mede) daarom niet voldaan met als gevolg dat de faillissementsuitzondering niet van toepassing werd geoordeeld.
is ingeleid met het oog op voortzettingvan de onderneming. De (gedeeltelijke) voortzetting van de onderneming is immers pas na faillietverklaring voorbereid en gerealiseerd. Ook indien ervan wordt uitgegaan dat in het moderne faillissementsrecht voortzetting van de onderneming een doel van het faillissement kan zijn is daarmee nog niet gezegd dat voortzetting een "hoofddoel" is geworden. Een andere uitleg zou de faillissementsuitzondering van artikel 5 Richtlijn 2001/23/EG (in Nederland: artikel 7:666 aanhef en sub a BW) zinledig maken. Het is aan de wetgever, desgewenst, ook de overgang van een onderneming vanuit faillissement (maar zonder voorbereiding vooraf) onder het bereik van artikel 7:663 BW te brengen. Ook in de nu besproken situatie doet zich dus de faillissementsuitzondering voor.