ECLI:NL:GHARL:2020:8695
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over loonvordering tijdens situatieve arbeidsongeschiktheid met toepassing van arrest Mak/SGBO
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de afwijzing van haar loonvordering door de kantonrechter. De vordering betreft het recht op doorbetaling van loon tijdens de periode van 1 maart 2017 tot en met 31 juli 2017, terwijl [appellante] arbeidsongeschikt was geraakt na een bedrijfsongeval. Het hof heeft de feiten uit het tussenarrest van 17 december 2019 overgenomen en vastgesteld dat [appellante] in dienst was bij [geïntimeerde] als stalhulp met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Na een ongeval op 13 december 2016 is [appellante] arbeidsongeschikt geraakt, maar heeft zij geweigerd om de afgesproken re-integratiewerkzaamheden te verrichten. Het hof oordeelt dat [appellante] geen recht heeft op loon, omdat zij niet heeft aangetoond dat zij niet in staat was om de passende werkzaamheden te verrichten. Het hof verwijst naar het arrest Mak/SGBO, waarin is uiteengezet hoe om te gaan met situaties van situatieve arbeidsongeschiktheid. Het hof concludeert dat de klachten van [appellante] falen en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellante] in de kosten van het hoger beroep wordt veroordeeld.