ECLI:NL:GHARL:2020:7980
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarigen in crisissituatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De moeder van de kinderen, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, stelde dat het beginsel van hoor en wederhoor was geschonden, omdat zij niet was gehoord tijdens de procedure in eerste aanleg. De kinderrechter had in een crisissituatie, veroorzaakt door de coronamaatregelen, besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen zonder de moeder en andere belanghebbenden te horen. Het hof oordeelde dat hoewel het beginsel van hoor en wederhoor was geschonden, dit geen gevolgen had voor de beslissing, omdat de kinderrechter in een noodsituatie handelde en de moeder in hoger beroep alsnog de gelegenheid had om haar standpunt toe te lichten. Het hof bevestigde dat er ernstige zorgen waren over de opvoedingsvaardigheden van de moeder en dat er onvoldoende informatie beschikbaar was om de kinderen terug te plaatsen. De beschikking van de kinderrechter werd bekrachtigd, en de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing werden voor een bepaalde periode verlengd.