Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Arriva Personenvervoer Nederland B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De beoordeling van het hoger beroep
Samenvatting en beslissing
3.De beslissing
22 september 2020.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de eigenaar van een mobiele schuilhut die tijdens de Sinterklaasstorm op 5 december 2013 door een zware windstoot op de spoorlijn Arnhem – Winterswijk terechtkwam, waarna een trein van Arriva tegen de schuilhut botste. Arriva, de vervoerder, stelde de eigenaar van de schuilhut aansprakelijk voor de schade die zij had geleden. De rechtbank Gelderland had de vordering van Arriva afgewezen, en Arriva ging in hoger beroep.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de eigenaar van de schuilhut, [geïntimeerde], niet aansprakelijk was voor de schade. Het hof concludeerde dat de schuilhut niet als een opstal kon worden beschouwd, omdat deze zichtbaar verplaatsbaar was en bedoeld was om naar de wei van de paarden te worden verplaatst. Arriva had onvoldoende bewijs geleverd dat de schuilhut gebrekkig was, en het hof oordeelde dat [geïntimeerde] niet bekend hoefde te zijn met het risico dat de schuilhut bij storm zou kunnen wegwaaien.
Daarnaast oordeelde het hof dat [geïntimeerde] niet in strijd had gehandeld met de Spoorwegwet, omdat de schuilhut niet als een bouwwerk werd aangemerkt en de plaatsing ervan niet in strijd was met het bestemmingsplan. Het hof concludeerde dat Arriva onvoldoende had aangetoond dat [geïntimeerde] onrechtmatig had gehandeld door de schuilhut nabij het spoor te plaatsen zonder voorzorgsmaatregelen. Het hoger beroep van Arriva werd afgewezen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank.