Uitspraak
[verzoeker2],
[verzoeker3],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter in een arbeidsrechtelijke kwestie. De verzoekers, Haarmode De Tijd V.O.F. en haar vennoten, hebben in hoger beroep verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster2], die op 26 juni 2018 op staande voet was ontslagen. Het hof heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet geen stand houdt, omdat de werkgever niet heeft aangetoond dat er sprake was van een dringende reden. De omstandigheden van het geval, waaronder de gezondheidssituatie van [verweerster2] en de communicatie tussen partijen, zijn in overweging genomen. Het hof oordeelt dat de werkgever, Haarmode De Tijd, niet onverwijld heeft opgezegd en dat er geen dringende reden was voor het ontslag. Het hof heeft ook geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden op de g-grond, omdat de arbeidsverhouding verstoord is geraakt door het gedrag van [verweerster2]. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per de datum van de beschikking, en Haarmode De Tijd wordt veroordeeld tot betaling van loon aan [verweerster2] tot aan de datum van ontbinding. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd.