In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige dochter. De raad voor de kinderbescherming heeft een advies uitgebracht over de omgang, maar verscheen niet ter zitting. Het hof heeft een stappenplan vastgesteld voor de omgang tussen de vader en het kind, waarbij de moeder een belangrijke rol speelt in de voorlichting aan de dochter over haar vader. De moeder is van mening dat de dochter in een veilige en zorgeloze omgeving moet opgroeien en dat het tempo van de dochter leidend moet zijn in het contact met de vader. De vader daarentegen stelt dat er geen contra-indicaties zijn voor omgang en dat de moeder de opbouw van een band tussen hem en de dochter belemmert. Het hof heeft vastgesteld dat het in het belang van de minderjarige is dat zij op korte termijn wordt geïnformeerd over het bestaan van haar vader. Het hof heeft een stappenplan opgesteld voor de eerste kennismaking, dat onder andere het sturen van kaartjes en beeldbelcontacten omvat. De uitvoering van dit stappenplan moet voor 29 september 2020 worden gerapporteerd aan het hof, waarna een voortgezette mondelinge behandeling is gepland op 1 oktober 2020.