Uitspraak
Overwegingen
Beslissing
[jeugdige].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 9 april 2020. De rechtbank had de termijn van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met een jaar verlengd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de vordering tot verlenging afgewezen. De rechtsgrond voor deze beslissing ligt in artikel 77ta, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat de maatregel een jaar na de voorwaardelijke beëindiging van rechtswege onvoorwaardelijk eindigt. Het hof oordeelt dat de wet geen mogelijkheid biedt voor verlenging van de voorwaardelijke beëindiging na het verstrijken van deze termijn, ook niet wanneer er een vordering tot verlenging aanhangig is. Dit betekent dat de rechter geen grondslag heeft om de termijn van de voorwaardelijke beëindiging te verlengen, wat ongewenste maatschappelijke consequenties kan hebben, maar niet voldoende is om een ruimere uitleg van de wet te rechtvaardigen. De beslissing van het hof is genomen na het horen van de betrokken partijen, waaronder de jeugdige, zijn raadsman en de advocaat-generaal, en na het inwinnen van deskundig advies.