ECLI:NL:GHARL:2020:5457
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- Ch.E. Bethlem
- A.S. Gratama
- Rechtspraak.nl
Schending zorgplicht door makelaar in taxatierapport met onjuiste bestemming
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de schending van de zorgplicht door een makelaar centraal. De appellante, F. Van Lanschot Bankiers N.V., had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de makelaar, die een taxatierapport had opgesteld voor een woning die in strijd met het bestemmingsplan werd gebruikt. Het taxatierapport vermeldde ten onrechte dat de bestemming 'wonen' was, terwijl de werkelijke bestemming 'multifunctioneel bos zonder bebouwingsmogelijkheden' was. Van Lanschot had op basis van dit rapport een hypothecaire lening verstrekt aan de kopers van de woning, [B] en [C].
De rechtbank oordeelde dat de makelaar zijn zorgplicht had geschonden, maar wees de vordering van Van Lanschot af omdat er onvoldoende causaal verband was aangetoond tussen de zorgplichtschending en de geleden schade. Van Lanschot ging in hoger beroep, waarbij zij stelde dat de makelaar onzorgvuldig had gehandeld door geen nader onderzoek te doen naar de bestemmingsplanstatus van het perceel. Het hof oordeelde dat de makelaar inderdaad zijn zorgplicht had geschonden door onjuiste en onvolledige gegevens in het taxatierapport op te nemen.
Het hof concludeerde dat er wel degelijk causaal verband bestond tussen de schending van de zorgplicht en de schade die Van Lanschot had geleden. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor wat betreft de afwijzing van de vordering en wees de schadevergoeding toe, te vermeerderen met wettelijke rente. De kosten van beide instanties werden ook aan de makelaar opgelegd. Dit arrest benadrukt de verantwoordelijkheid van taxateurs om zorgvuldigheid in acht te nemen bij het opstellen van taxatierapporten, vooral als het gaat om de juridische status van onroerend goed.