Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van CTBB B.V. tegen de coöperatie Rabobank U.A. over de vraag of Rabobank haar zorgplicht heeft geschonden door CTBB niet voldoende te waarschuwen voor het risico van onderverzekering. CTBB had een brandverzekering afgesloten via Rabobank, maar na een brand bleek dat het bedrijfspand onderverzekerd was. De verzekeraar keerde slechts een deel van de schade uit, wat leidde tot de vordering van CTBB tegen Rabobank. De kantonrechter had de vorderingen van CTBB afgewezen, waarop CTBB in hoger beroep ging.
Het hof oordeelt dat CTBB bekend was met het risico van onderverzekering en dat Rabobank niet verplicht was om CTBB expliciet te waarschuwen. Het hof stelt vast dat CTBB zelf de verzekerde bedragen had verlaagd en dat er geen garantie tegen onderverzekering was overeengekomen. De grief van CTBB wordt niet gegrond verklaard, en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. CTBB wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van Rabobank zijn vastgesteld op € 2.020 voor griffierecht en € 2.782 voor salaris advocaat.