Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
6.De slotsom
€ 313,-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, waarbij Next Finance B.V. [appellant] had veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 14.261,93, inclusief buitengerechtelijke kosten. [appellant] heeft in hoger beroep aangevoerd dat de vordering van Next Finance is verjaard, omdat de stuitingsbrieven niet zijn verstuurd en bovendien onjuist geadresseerd waren. Het hof overweegt dat op grond van artikel 3:37 lid 3 BW een verklaring die aan een persoon is gericht, deze persoon moet hebben bereikt om werking te hebben. Het hof stelt vast dat [appellant] voldoende heeft betwist dat de stuitingsbrieven zijn verzonden. Next Finance heeft geen bewijs geleverd van de verzending van deze brieven. Het hof concludeert dat de vordering van Next Finance is verjaard, omdat er geen stuiting heeft plaatsgevonden in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de dagvaarding. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van Next Finance af, waarbij Next Finance wordt veroordeeld in de kosten van beide instanties.