Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
21 november 2019 en per post op 27 november 2019, is [appellant] in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank. [appellant] verzoekt het hof het vonnis van de rechtbank te vernietigen en het akkoord alsnog te homologeren.
13 januari 2020. Daarbij was [appellant] in persoon aanwezig, bijgestaan door zijn advocaten
mr. König en mr. Bloembergen-Nooter. Namens [belanghebbende] waren aanwezig zijn advocaten mr. Fousert en mr. Entzinger. De curator was in persoon aanwezig, vergezeld van M. Meijerman, faillissementsmedewerkster. De (advocaten van) partijen en de curator hebben tijdens de mondelinge behandeling hun standpunten toegelicht. Mrs. König en Bloembergen-Nooter (gezamenlijk) en mr. Fousert hebben daarbij pleitaantekeningen (met bijlagen) voorgedragen en overgelegd. De curator heeft ter zitting een schriftelijk salarisverzoek aan het hof overgelegd.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
art. 153 lid 3 Fw op andere gronden weigeren, bijvoorbeeld omdat het akkoord zou betekenen dat de concurrente schuldeisers met een zeer laag percentage van hun vordering genoegen moeten nemen, terwijl zij na afloop van het faillissement uitzicht hebben op een hogere uitkering dan dit percentage.
4.De beslissing
13 november 2019.