Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
NAM,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
Artikel 2 - Feitelijke staat en gebruik van het gekochte
Op 6-2-2014 verrichtte ik een bezoek van expertise bij schademelder. Op basis van dit bezoek heb ik mijn oordeel over het ontstaan van de schade gevormd. Schademelder was bij de opname niet aanwezig. Na kennismaking is schademelder weer weggegaan. Schademelder meldde nog wel dat de schade aan de linkerzijde stormschade is. Verder meldde schademelder dat de ruiten door vandalisme zijn gebroken.
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN" vermeldt het volgende, voor zover van belang:
Voorliggend document omvat de seismische (controle) berekening van de woning aan de Winsumerstraatweg 11 te Winsum, 9951TK. Het gebouw bestaat momenteel uit enkel een schil van gevels en kapconstructie. Deze dient aardbevingsbestendig te zijn. In de toekomst dient de mogelijkheid daar te zijn een gehele vrije indeling te introduceren met maximaal 2 verdiepingsvloeren. De nieuwe indeling dient op zicht stabiel te worden gemaakt (aardbevingsbestendig). De fundering dient reeds met deze belastingen te worden berekend, zowel horizontaal als verticaal. (…)"
Wij kunnen de calculatie pas oppakken na ontvangst van alle door Goudstikker aan te leveren gegevens. Kun je me aangegeven wanneer alles bij ons binnen is?"
Het funderingsadvies is opgesteld in verband met de voorgenomen nieuwbouw van een boerderij en schuur. In dit rapport wordt ten behoeve van de ontwerpfase, inzicht gegeven in de toelaatbare draagkracht op funderingsniveau en het bijbehorend zettingsgedrag waarbij rekening is gehouden met het mogelijk optreden van geïnduceerde bevingen."
Basisplan€ 295.346
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
eerste griefkeert zich tegen het door de voorzieningenrechter onder de feiten (in rov 2.11) opgenomen oordeel dat partijen het er getuige de reacties over eens zijn dat
tijdens het gesprek van 5 februari NAM op basis van coulance heeft toegezegd, de kosten voor het maken van een verkennende Trimori analyse met een bijbehorende kostenraming (met betrekking tot het voorhuis)voor haar rekening te nemen",
Maatregelen beschreven in de analyse door partijen niet gelijkgesteld zullen worden aan het aanvaarden van aansprakelijkheid voor NAM maar gebruikt zullen worden inzichtelijk te krijgen wat de omvang en impact (ook in financiële zin) is van het laten voldoen van de (her)ontwikkeling van het aan de huidige NPR",
NAM vooraf geen enkele toezegging doet over het eventueel leveren van een bijdrage in de kosten van de versterkingsmaatregelen."
grief IIvoert [appellant] aan dat de voorzieningenrechter zich tijdens de zitting in kort geding ten onrechte niet heeft laten voorlichten door de heer ing. [B] van Goudstikker-de Vries en evenmin door de adviseur van [appellant] , mevrouw [C] van KAW, die hij beiden naar de zitting had meegenomen.
grief IIIzich tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat op NAM geen contractuele verplichting rust om [appellant] de versterkingskosten te vergoeden.
Grief IVborduurt daar op voort. In grief IV voert [appellant] aan dat NAM gelet op die contractuele verplichting niet kon volstaan met het doen van een aanbod van € 80.000,- voor het verwijderen van de stutten en de daarbij komende kosten. Grief IV deelt daarmee het lot van grief III. Over grief III overweegt het hof als volgt.
In één van de eerste mails van de NCG d.d. 13 oktober 2017 staat;
Advies constructeur inzake noodzaak tot versterking en bepaling versterkingsmaatregelen.
Het opstellen van een bouwkostenraming nadat versterkingsadvies is ontvangen."
Grief Vkeert zich tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat [appellant] geen beroep op artikel 6:184 BW en/of 6:96 BW toekomt en fysieke schade die het gevolg is van door gaswinning geïnduceerde aardbevingen onvoldoende aannemelijk is.
Grief VIkeert zich tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat de uit de leveringsaktes blijkende zeer slechte staat van de boerderij die in de koopprijs is verwerkt vanzelfsprekend niet zonder gevolgen kan blijven bij de beoordeling van de vraag voor welke schade en tot welk bedrag NAM jegens [appellant] aansprakelijk is.
Of zulks het geval zal zijn, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de functie van de zaak voor de eigenaar — dient zij voor eigen gebruik (ter bewoning of ter uitoefening van een bedrijf of een beroep) of ter belegging —, de mogelijkheid om — aangenomen dat afbraak en herbouw ter plaatse in verband met de daaraan verbonden kosten in ieder geval niet in aanmerking komen, zoals het hof in het onderhavige geval in r.o. 15 slot, in cassatie onbestreden, heeft geoordeeld — elders een zaak te verwerven die voor wat betreft gebruiksmogelijkheden, ligging, prijs en andere relevante factoren als gelijkwaardig aan de zaak — in onbeschadigde toestand — kan worden beschouwd, alsmede de mate waarin de kosten van herstel in de oude toestand het bedrag van de waardevermindering overtreffen."