Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had de navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) van belanghebbende vernietigd. De Inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd voor het jaar 2015, waarbij hij aangaf dat er een fout was gemaakt bij de eerdere aanslag. Belanghebbende had in 2015 een verzamelinkomen van € 16.427 opgegeven, maar de Inspecteur stelde dat de aangifte niet correct was en dat er navordering mogelijk was op basis van artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een ambtelijk verzuim, omdat de Inspecteur de aanslag handmatig had opgelegd zonder de aangekondigde correcties door te voeren. In hoger beroep stelde de Inspecteur dat de navorderingsaanslag terecht was opgelegd, omdat de fout kenbaar was voor belanghebbende. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur inderdaad een fout had gemaakt, maar dat deze fout kenbaar was voor belanghebbende, waardoor navordering mogelijk was. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond.