4.2.De vrouw heeft in het principaal hoger beroep gemotiveerd verweer gevoerd en is op haar beurt met vier grieven in incidenteel hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. De eerste grief ziet op de partneralimentatie, de tweede grief ziet op vergoedingsrechten, de derde grief ziet op nakoming van de door de rechtbank vastgestelde (en niet in geschil zijnde) verdeling en verrekening en de vierde grief ziet op verdeling van de waarde van de door de man opgebouwde overuren.
De vrouw verzoekt het hof, na wijziging van haar verzoek, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in het principaal hoger beroep de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken, althans deze verzoeken integraal af te wijzen, althans een zodanige beslissing te nemen als het hof juist acht, en in het incidenteel hoger beroep de bestreden beschikking op de onderdelen waarvan beroep te vernietigen en, opnieuw beschikkende:
de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud over de periode vanaf de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand te bepalen op € 1.500,- bruto per maand, althans een zodanige bijdrage als het hof juist acht;
te verklaren voor recht dat de schenkingen van de moeder van de vrouw van € 40.302,35 en € 27.226,81 (ƒ 60.000,-), in totaal € 67.529,16, althans een zodanig bedrag als het hof juist acht, als privéschenking aan de vrouw buiten de huwelijksgemeenschap is gebleven en te bepalen dat de vrouw uit hoofde van repriserecht een vordering op de gemeenschap heeft van primair € 40.302,35 en € 27.226,81, in totaal € 67.529,16 in het kader van privévermogen, welk bedragen aan de vrouw dienen te worden uitgekeerd vanuit het gemeenschappelijke vermogen binnen 5 werkdagen na afgifte van de beschikking, althans bij helfte aan de vrouw dient te worden uitgekeerd door de man vanuit zijn vermogen na de verdeling binnen 5 werkdagen na afgifte van de beschikking in hoger beroep, te vermeerderen met de wettelijke rente, althans zodanige bedragen, met ingang van een zodanige datum, als het hof juist acht;
voorwaardelijk, mocht het hof de bestreden beschikking zoals genoemd onder 3.2 vernietigen, te verklaren voor recht dat de schenking van de moeder van de vrouw als privéschenking aan de vrouw buiten de huwelijksgemeenschap is gebleven en te bepalen dat de vrouw uit hoofde van repriserecht een vordering op de gemeenschap heeft van primair € 10.890,73 (ƒ 24.000,-), in het kader van privévermogen, welk bedrag aan de vrouw dient te worden uitgekeerd vanuit het gemeenschappelijke vermogen binnen 5 werkdagen na afgifte van de beschikking, althans bij helfte aan de vrouw dient te worden uitgekeerd door de man vanuit zijn vermogen na de verdeling binnen 5 werkdagen na afgifte van de beschikking in hoger beroep, te vermeerderen met de wettelijke rente, althans zodanige bedragen, met ingang van een zodanige datum, als uw het hof juist acht;
te bepalen dat de man aan de vrouw dient te voldoen binnen 5 werkdagen na afgifte van de beschikking in hoger beroep een bedrag van € 1.908,54, althans een zodanig bedrag als het hof juist acht;
te bepalen dat de man de lades van de ladekast binnen 5 werkdagen na afgifte van de beschikking in hoger beroep persoonlijk bij de vrouw op haar huidige adres zal moeten afleveren, althans te bepalen dat de man € 1.000,- zal moeten voldoen aan de vrouw binnen 10 werkdagen na afgifte van de beschikking in hoger beroep, mocht hij de lades van de ladekast niet onbeschadigd binnen de gestelde termijn aan de vrouw hebben afgegeven, althans een zodanig bedrag, althans een zodanige beslissing te nemen als het hof juist acht;
te bepalen dat de man de helft van het bruto bedrag gespaard aan senioren-uren, althans overuren, althans de opbouw hiervan per peildatum 20 september 2018, althans per 1 september 2018, althans per 25 augustus 2018 binnen 5 dagen na afgifte van de beschikking in appel dient te voldoen aan de vrouw, onder overlegging van een bewijs terzake van de werkgever van de man, te stellen op een minimum bedrag van € 5.447,- bruto, althans een zodanig bedrag en een zodanige beslissing te nemen als het hof juist acht;
kosten rechtens.